Herhaling 6.1 & 6.2

Herhaling H6
Paragraaf 6.1 en 6.2
1 / 33
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Herhaling H6
Paragraaf 6.1 en 6.2

Slide 1 - Slide

Deze les
We gaan de komende twee weken H6 herhalen en beginnen vandaag met par. 6.1 en 6.2

Toets:
15 maart over H6 (alle paragrafen)

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
Aan het einde van de les kan de leerling:

-rekenen met de geluidsnelheid;
-benoemen wat een tussenstof is;
-drie factoren benoemen die van invloed zijn op de toon hoogte;
-uitleggen wat de begrippen frequentie en trillingstijd inhouden;
- de formule voor de frequentie en trillingstijd gebruiken.

Slide 3 - Slide

Geluidsbronnen 
Een voorwerp dat geluid maakt noemen we een geluidsbron

Slide 4 - Slide

Wat is geen geluidsbron?
A
Speaker
B
Gitaar
C
Zangeres
D
Microfoon

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Slide

Waaruit bestaat geluid?
A
Elektronen die zich voortbewegen.
B
Trillingen die zich voortbewegen.
C
Botsing tussen elektronen.
D
Geluid bestaat uit niks

Slide 7 - Quiz

Geluid
Geluid zijn trillingen die zich voortbewegingen in een bepaalde tussenstof. 

Door de trillingen ontstaan er drukverschillen. 
Hierdoor ontstaat er geluid!

Slide 8 - Slide

Tussenstof
voorbeelden tussenstof/medium: water, lucht, metaal 

Slide 9 - Slide

Wat is de geluidsnelheid in lucht?
A
333 m/s
B
343 m/s
C
343 km/h
D
443 m/s

Slide 10 - Quiz

Geluidsnelheid 
De snelheid van het geluid in lucht is 343 m/s.



Met de snelheid van het geluid kunnen we berekenen wat de afstand is van de geluidsbron tot de ontvanger.


Slide 11 - Slide

Geluidsnelheid
De geluidsnelheid is voor elke tussenstof weer anders. 
Kijk dus goed met welke tussenstof je te maken hebt!



De verschillende snelheden bij verschillende tussenstoffen zijn op bladzijde 64 van je boek te zien.


Slide 12 - Slide

Met welke formule kunnen we ook alweer de afstand berekenen?

Slide 13 - Slide

s = v * t 
s (afstand) in m
v (snelheid) in m/s
t (tijd) in s

Slide 14 - Slide

Opdracht 1
Een schip gebruikt geluid om de diepte van de zee te meten. Het sonarsysteem zendt een korte geluidspuls uit en vangt even later het teruggekaatste (echo) signaal weer. 

Tussen het uitzenden van het geluid en het ontvangen van de echo 
zit 0,45 s. 

Bereken hoe diep de zee is, in meter. Rond het cijfer op één decimaal.

timer
4:00

Slide 15 - Slide

De zee is.... diep?

Geef de juiste eenheid en rond goed af!

Slide 16 - Open question

Paragraaf 6.2

Slide 17 - Slide

Hoe korter de snaar, des te ..... de toon.

Kies het juiste woord
A
Lager
B
Hoger

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Slide

Wat is ook alweer de omschrijving van het begrip:
frequentie?

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

De tijd hoelang een trilling duurt kan verschillen.
Niet elke trilling duurt even lang. 


Dat is ook te zien op 
de afbeelding hiernaast.


Hoelang een trilling wel duurt is te berekenen en te meten. De tijd van één trilling is dan de trillingstijd.




Slide 22 - Slide

Trillingstijd
1 hele golf = 1 trilling. 

Trillingstijd is de tijd die nodig is voor 1 golf. 
De trillingstijd wordt gemeten in seconde (s)

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Hoeveel s is 1,75 ms?
A
0,0175 s
B
1750 s
C
0,00175 s
D
1,75 s

Slide 26 - Quiz

Belangrijke begrippen
We kennen nu het begrip:

Frequentie 
Trillingstijd

Slide 27 - Slide

Let op! 
Het is dezelfde formule maar dan omschreven naar f of T. 

Slide 28 - Slide

Ik tel 20 trillingen over een tijdsperiode van 32 s. Hoelang duurt 1 trilling?
timer
2:00
A
1,6 s
B
0,16 s
C
0,625 s
D
32 s

Slide 29 - Quiz

Een geluidsbron maakt 250 trillingen in 1,25 s. Wat is de frequentie van deze bron?
A
0,00625 Hz
B
200 Hz
C
0,00625
D
2OO

Slide 30 - Quiz

Afsluiting
-rekenen met de geluidsnelheid;
-benoemen wat een tussenstof is;
-drie factoren benoemen die van invloed zijn op de toon hoogte;
-uitleggen wat de begrippen frequentie en trillingstijd inhouden;
- de formule voor de frequentie en trillingstijd gebruiken.

Slide 31 - Slide

Volgende les
gaan we aan de slag met oefeningen. 

Huiswerk
Maak een samenvatting van paragraaf 1 en 2.
Benoem hier alle blauw woorden en formules.
Minimaal één A4'tje. 

Slide 32 - Slide


In welke eenheid meten we de massa?
A
L
B
kg
C
m
D
km

Slide 33 - Quiz