In het kwalificatiedossier van de mbo-docent wordt ‘begeleiden’ als volgt beschreven:
Modelling (model staan): de docent denkt en doet voor en de deelnemer zit daar dicht op om ‘de kunst af te kijken’.
Guiding (sturing geven): piketten slaan waar naar toe gewerkt kan worden, overzicht aanbrengen, structureren.
Scaffolding (steun geven): eerst een taak uitvoeren met veel hulp en begeleiding en daarna een soortgelijke taak met minder begeleiding.
Coaching (begeleiding geven): de deelnemer volgen en door middel van vragen zelf tot oplossingen laten komen.
Monitoring (volgen van de student): toezien op afstand, vooral gericht op het proces van het leren.