This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 90 min
Items in this lesson
Werkgelegenheid
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
4 Is dat in tijden van inflatie een voordeel of een nadeel?
Slide 3 - Open question
5 Waarom kan deflatie een voordeel zijn voor een bedrijf dat veel exporteert?
Slide 4 - Open question
6 Omschrijf het begrip geldontwaarding.
Slide 5 - Open question
7a Uitgave per maand aan taarten 498,-. Een taart kost 9,96. Hoeveel taarten koopt dit gezin per maand?
A
48
B
49
C
50
D
51
Slide 6 - Quiz
7b Prijs taart stijgt met 2,49. Hoeveel procent bedraagt de prijsstijging?
A
20%
B
25%
C
30%
D
35%
Slide 7 - Quiz
7c Hoeveel taart kan het gezin nu kopen met 498,- ?
A
40 taarten
B
45 taarten
C
50 taarten
D
55 taarten
Slide 8 - Quiz
7d Bereken de procentuele afname van het aantal taarten dat het gezin kan kopen
A
18%
B
20%
C
22%
D
24%
Slide 9 - Quiz
7e Verklaar het verschil tussen de antwoorden op vraag b en d.
Slide 10 - Open question
Doel van de les
De arbeidsmarkt
Werkgelegenheid
Deelmarkten
Beroepsbevolking en afhankelijke beroepsbevolking
Veranderingen op de arbeidsmarkt
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Video
Aanbod
Vraag
Slide 13 - Slide
Wie is het aanbod op de arbeidsmarkt?
A
Bedrijven en instellingen die werk aanbieden.
B
Mensen die een baan zoeken.
Slide 14 - Quiz
Wie zijn de vragers op de arbeidsmarkt?
A
Bedrijven en instellingen die vragen naar personeel.
B
Werknemers die vragen naar werk.
Slide 15 - Quiz
Vraag naar arbeid
Aanbod van arbeid
De JUMBO is op zoek naar vakkenvullers.
Rico wil graag als postbezorger aan de slag.
Slide 16 - Drag question
Werkgelegenheid
De totale vraag naar de productiefactor arbeid.
Slide 17 - Slide
Als de economie beter gaat:
Gaan mensen meer consumeren en geld besteden;
Gaan bedrijven meer investeren;
Waardoor de werkgelegenheid stijgt.
Slide 18 - Slide
Waardoor stijgt de werkgelegenheid?
A
Werknemer gaat met pensioen.
B
Er wordt een nieuw bedrijf opgericht.
Slide 19 - Quiz
Als het aanbod groter is dan de vraag
Aanbod van arbeid
Vraag naar arbeid
>
Werkloosheid
Slide 20 - Slide
Deelmarkten
Onder deelmarkt verstaan we een herkenbaar afzonderlijk deel van de arbeidsmarkt. Bijvoorbeeld de deelmarkt voor administratief personeel en de deelmarkt voor leraren.
Vaak is er een overschot op de ene deelmarkt en een tekort op de andere. Het is dus heel goed mogelijk dat er ondanks de werkloosheid allerlei banen bestaan waarvoor geen mensen te vinden zijn.
Slide 21 - Slide
Beroepsbevolking
Beroepsbevolking = aanbod van arbeid
Beroepsbevolking zijn alle inwoners van Aruba van 15 tot 65 (dit wordt steeds ouder) die werken of werk zoeken voor ten minste 12 uur in de week.
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Arbeidsdeelname (arbeidsparticipatie)
Het percentage van de bevolking dat tot de beroepsbevolking behoort.
Arbeidsdeelname bevorderen:
Overheid en bedrijven kunnen de arbeidsdeelname bijvoorbeeld bevorderen door:
scholing;
kinderopvang.
Slide 24 - Slide
Werkgelegenheid
Het aantal arbeidsplaatsen dat beschikbaar is bij bedrijven en bij de overheid.
Beroepsbevolking
Alle mensen tussen de 15 jaar en de AOW-leeftijd die:
- Minimaal 12 uur per week betaald werk verrichten. - Op zoek zijn naar betaald werk voor minimaal 12 uur per week én geregistreerd staan bij het UWV WERKbedrijf als werkzoekenden.
Arbeidsmarkt
Het totaal van aanbod van arbeid en vraag naar arbeid.
Slide 25 - Slide
Bij een tekort op de arbeidsmarkt zijn er te veel ....
A
banen.
B
werknemers.
C
werkzoekenden.
D
werklozen.
Slide 26 - Quiz
Waar komt het aanbod van arbeid vandaan?
A
arbeiders
B
arbeidsverdeling
C
beroepsbevolking
D
arbeidsmarkt
Slide 27 - Quiz
Afhankelijke beroepsbevolking
Wanneer we over de afhankelijke beroepsbevolking praten, trekken we vanaf de beroepsbevolking de zelfstandigen en hun meewerkende gezinsleden af. We houden dan de mensen over die in loondienst willen werken, dus:
degenen die in loondienst zijn;
de mensen die werkloos zijn, maar zoeken naar werk van twaalf uur of meer per week en die ook direct beschikbaar zijn voor werk.
Slide 28 - Slide
Slide 29 - Video
Veranderingen op de arbeidsmarkt
Banen verdwijnen door mechanisatie en reorganisatie.
Er ontstaan banen door de oprichting van nieuwe bedrijven of door uitbreiding.
Meer mensen willen parttime gaan werken.
Uitzenbureau's worden sneller ingeschakeld ---> mensen in tijdelijke dienst nemen. Voorbeeld Tempo.
Bedrijven bieden 'jaarcontracten' aan ----> na een jaar kijken of iemand nog nodig is.
Slide 30 - Slide
Aan het einde van de les weet je:
Wie de vragers en aanbieders zijn op de arbeidsmarkt.
Dat de arbeidsmarkt verdeeld is in deelmarkten.
Dat er een verschil is tussen beroepsbevolking en afhankelijke beroepsbevolking.
De werkgelegenheid de laatste jaren nogal wat schommelingen heeft meegemaakt.