oefentoets gedrag

Wat is een prikkel
A
Honger
B
Eten pakken
1 / 29
next
Slide 1: Quiz
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Wat is een prikkel
A
Honger
B
Eten pakken

Slide 1 - Quiz

Wat is een prikkel
A
Schrikken
B
Een harde knal

Slide 2 - Quiz


Je hebt honger.
A
Inwendige prikkel
B
Uitwendige prikkel

Slide 3 - Quiz

Een prikkel die je waarneemt met je zintuigen is een
A
Inwendige prikkel
B
Uitwendige prikkel

Slide 4 - Quiz

Wat is een ethogram?

Slide 5 - Open question

Een welpje doet zijn moeder na door ook water te drinken uit een waterplas
A
Imiteren
B
conditioneren
C
Inzicht
D
Inprenting

Slide 6 - Quiz

Een jonge eend, net uit het ei, volgt meteen zijn moeder
A
Imiteren
B
Oefenen
C
Inzicht
D
Inprenting

Slide 7 - Quiz

Na een aantal pogingen vangt een welp zijn eerste prooi
A
Imiteren
B
conditioneren
C
trial and error
D
Inprenting

Slide 8 - Quiz

Wat is een signaal?
A
Een handeling
B
Een boodschap voor soortgenoten

Slide 9 - Quiz

Wat is het signaal van een pauw in de balts?

Slide 10 - Open question

Slide 11 - Slide

Sleutelprikkel
kip (zie werkboek)
A
piepen
B
zien van het kuiken

Slide 12 - Quiz

2a Welk dier toon een onderdanig gedrag?
A
De linkse wolf
B
De rechtse wolf

Slide 13 - Quiz



Wat zie je in de afbeelding?

A
Het jong reageert op een supernormale prikkel
B
Het oudere dier geeft een respons
C
Het jong reageert op een gewone prikkel
D
Het oudere dier reageert op een sleutelprikkel

Slide 14 - Quiz

Als een prikkel
steeds dezelfde
reactie (respons) geeft noem je dit:

A
een sleutelprikkel
B
een uitwendige prikkel
C
een inwendige prikkel
D
een respons

Slide 15 - Quiz

Sleutelprikkel / supranormale prikkel
Sleep de stukjes tekst naar de juiste plek
sleutelprikkel
supranormale prikkel
De benen van een fotomodel worden met fotoshop verlengd
je reageert op het huilen van een baby
een merel voert het jong zodra het jong zijn bekje opendoet
het supergrote ei in het nest wordt beter bebroed
Babydieren zijn zooooo schattig

Slide 16 - Drag question

Wat weet je van een ethogram?

Wat is ...............waar?
NIET
A
Je schrijft op wat een dier doet
B
Een gedragshandeling wordt omschreven
C
Je schrijft bijv. op dat een hond agressief is
D
Het is een lijst met beschrijvingen van gedrag

Slide 17 - Quiz


Wat is een protocol?

A
Je schrijft op wat je van het gedrag vindt.
B
Een lijst waarop je kunt zien welke gedragshandelingen voorkomen bij één dier.
C
Je schrijft op wat het dier doet.
D
Een lijst waarop je kunt zien hoe vaak een gedragshandeling voorkomt bij alle dieren van één soort.

Slide 18 - Quiz

In een dierentuin leven vijf witte neushoorns samen in een groep, één mannetje en vier vrouwtjes. Een onderzoeker noteert regelmatig hoe vaak de dieren dreiggedrag vertonen tegen elkaar, zoals brullen, duwen en stoten met de hoorn. Uit de resultaten trekt hij conclusies over een rangorde binnen de groep. In een schema geeft hij die rangorde weer (zie de afbeelding).
Geef de naam van de neushoorn die het laagst in de rangorde staat
A
Rita
B
Klara
C
Dora
D
Arnold

Slide 19 - Quiz

Dit is een voorbeeld van
A
dreiggedrag
B
territoriumgedrag
C
baltsgedrag
D
sociaal gedrag

Slide 20 - Quiz

Om ruzie en verwondingen te voorkomen is er binnen groepen vaak sprake van een ... .
A
Rangorde
B
Pikorde
C
Intimideren
D
Inzicht

Slide 21 - Quiz

15-1 een ijscobel zorgt ervoor dat je ijs wilt kopen. Wat is dit?
A
gewoon lekker
B
imitatie: je loopt de groep achterna
C
inprenting: als jong kind heb je geleerd dat ijs lekker is
D
geconditioneerde reflex: de bel is kunstmatig

Slide 22 - Quiz

Een leerling zegt dat hij iets niet snapt
De leraar legt het uit.

A
De leraar voldoet aan het rolpatroon
B
De leraar reageert op een inwendige prikkel
C
De leraar vertoont asociaal gedrag
D
De reageert op een uitwendige impuls

Slide 23 - Quiz

De koekoek is een vogel die in Nederland voorkomt. Een ‘vreemde vogel’ kun je wel zeggen. Zo heeft de koekoek een voorkeur voor harige rupsen die door bijna geen andere vogelsoort worden gegeten. Ook maakt de koekoek nooit zelf een nest, maar legt het vrouwtje de eieren in de nesten van een andere vogelsoort. Er wordt één ei per nest gelegd. Het uitbroeden en voeren van de jonge koekoek wordt aan de ‘pleegouders’ overgelaten. Als de jonge koekoek gevoerd wordt, komen de echte ouders af en toe kijken. Als het jong het nest verlaat, geven ze het vliegles, en daar houdt hun zorg mee op.
Is het leggen van een ei in het nest van een andere vogelsoort erfelijk gedrag of is het aangeleerd gedrag?

A
Erfelijk
B
Aangeleerd; inprenting
C
Aangeleerd; imitatie
D
Aangeleerd; conditionering

Slide 24 - Quiz


A
Links protocol, rechts ethogram
B
Links ethogram, rechts protocol

Slide 25 - Quiz

Hoe heet het gedrag van soortgenoten ten opzichte van elkaar?

Slide 26 - Open question


Er zijn verschillende manieren om mensen af te
helpen van hun angst. Een van die manieren berust op gewenning.
Beschrijf in maximaal drie regels hoe je iemand van zijn angst voor muizen af kan helpen met behulp van gewenning.

Slide 27 - Open question

Kan imitatie een rol spelen bij het ontstaan van rolpatronen bij de mens? Leg je antwoord uit.

Slide 28 - Open question

waarom wil een dier een territorium hebben?

Slide 29 - Open question