07-10-2024

07-10-2024
1 / 17
next
Slide 1: Slide
SpaansBeroepsopleiding

This lesson contains 17 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

07-10-2024

Slide 1 - Slide

Mirar Deberes
  • Paula: Artículo del periódico: presentarlo,hacer preguntas a los estudiantes sobre el mismo.
  • Gramática: Las oraciones de relativo.

Slide 2 - Slide

Artículo del periódico
Paula cuenta una noticia y hace preguntas a sus compañeros.
"¿Se deben permitir los lobos en Los Países Bajos?".

Slide 3 - Slide

Voornaamwoorden | betrekkelijk vnw.
El pronombre relativo
(Het betrekkelijk voornaamwoord)
cuanto,-a,-os,-as
(al) wat
cuyo, -a, -os, -as wiens/wier/van wie/waarvan
el cual, la cual die/dat; hij/zij die; wat
el que, la que die/dat; hij/zij die; wie
lo cual, lo que (dat) wat
los cuales, las cuales zij die/wie
los que, las que die/wie
que die/dat
quien, quienes die/wie











Betrekkelijke bijwoorden
cuando wanneer
como (manier) waarop
donde waar
 










Libro: p.151, 152, 153

Slide 4 - Slide

que
die, dat
  • Met beperkte (especificativa)en uitgebreide (explicativa)  bijzinnen.
  • voor personen en zaken.
  • kan onderwerp en lijdend voorwerp zijn.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

el/la/los/las que
dit, dat, degene(n) die, datgene dat, wie, wat
  • Kan met persoon en zaken .
  • na voorzetsel ( naast quien en que).
  • met ingesloten antecedent.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

el/la cual
los/las cuales
die dat, wie
  • kan met persoon en zaken.
  • na voorzetsel vaak van 2 of 3 lettergrepen.
  • met uitgebreide (explicativa).  bijzinnen  als het antecedent op enige afstand is.
  • het wordt gebruikt naast "que".

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

quien/ quienes
die, dat, wie, degene(n) die
  • Alleen voor personen.
  • na een voorzetsel.
  • onderwerp bij uitgebreide zinnen (explicativas), naast "que".
  • met ingesloten antecedent.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Lo que
hetgeen (dat), wat
  • antecedent is een zin (als "lo cual").
  • ingesloten antecedent.
  • als het antecedent "todo"is ( al dan niet genoemd)
Lo cual
hetgeen (dat), wat
  • antecedent is een voorafgaande zin.

Slide 13 - Slide

Cuyo/-a/ (s)
van wie, wiens, wier ,waarvan 
  • Het geeft een bezit aan van het antecedent

Slide 14 - Slide

Ciudades coloniales: 
Potosí, Bolivia
La Serena, Chile
Cartagena de Indias, Colombia

P. 68 , 4.Ciudades Coloniales

Slide 15 - Slide

Deberes
Noticias:Fred
Stencil: Betrekkelijke voornaamwoorden.
Libro: p.72, 73: Gramática : mirar
Libro: (ejercicio curso anterior)p.116, ej.3.
Stencils: ejercicios p. 52: mirar

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide