This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Rekenen
Verhaaltjes sommen
Slide 1 - Slide
Verhaaltjessommen, hoe los je die ook alweer op?
stap 1:
stap 2:
stap 3:
stap 4:
Slide 2 - Slide
Wat voor soort som is dit? In een spaarvarken zitten 410 munten. Serena doet er 50 munten bij. Hoeveel munten zitten dan in het spaarvarken?
A
Plussom
B
Minsom
C
Keersom
D
Deelsom
Slide 3 - Quiz
In een spaarvarken zitten 410 munten. Serena doet er 50 munten bij. Hoeveel munten zitten dan in het spaarvarken?
A
460
B
470
C
450
D
440
Slide 4 - Quiz
Wat voor soort som is dit? Noor heeft al 120 foto's in een fotoboek geplakt. Ze plakt er nog eens 90 foto's bij in. Hoeveel foto's zitten er uiteindelijk in het boek?
A
Plussom
B
Minsom
C
Keersom
D
Deelsom
Slide 5 - Quiz
Noor heeft al 120 foto's in een fotoboek geplakt. Ze plakt er nog eens 90 foto's bij in. Hoeveel foto's zitten er uiteindelijk in het boek?
A
210
B
220
C
230
D
200
Slide 6 - Quiz
Wat voor soort som is dit? Ilay bakt op zaterdag 110 wafels. Op zondag bakt hij er nog 50. Hoeveel wafels heeft Ilay gebakken?
A
Plussom
B
Minsom
C
Keersom
D
Deelsom
Slide 7 - Quiz
Ilay bakt op zaterdag 110 wafels. Op zondag bakt hij er nog 50. Hoeveel wafels heeft Ilay gebakken?
A
150
B
160
C
140
D
115
Slide 8 - Quiz
Wat voor soort som is dit? Bruce moet vandaag 45 kilometer fietsen. Na 29 kilometer neemt hij pauze. Hoeveel kilometer moet hij daarna nog fietsen?
A
Plussom
B
Minsom
C
Keersom
D
Deelsom
Slide 9 - Quiz
Bruce moet vandaag 45 kilometer fietsen. Na 29 kilometer neemt hij pauze. Hoeveel kilometer moet hij daarna nog fietsen?
A
18
B
21
C
19
D
16
Slide 10 - Quiz
Wat voor soort som is dit? Tahreer en Rihana doen een bordspel. Samen halen ze 37 punten. Daarvan heeft Tahreer er 18 gehaald. Hoeveel punten heeft Rihana dan gehaald?
A
Plussom
B
Minsom
C
Keersom
D
Deelsom
Slide 11 - Quiz
Tahreer en Rihana doen een bordspel. Samen halen ze 37 punten. Daarvan heeft Tahreer er 18 gehaald. Hoeveel punten heeft Rihana dan gehaald?
A
18
B
22
C
21
D
19
Slide 12 - Quiz
Wat voor soort som is dit? Jaimy grillt 32 vissen tijdens het familiefeest. Zijn oom en tante eten er 14 vissen van op. Hoeveel vissen blijven er over voor de rest van de familie?
A
Plussom
B
Minsom
C
Keersom
D
Deelsom
Slide 13 - Quiz
Jaimy grillt 32 vissen tijdens het familiefeest. Zijn oom en tante eten er 14 vissen van op. Hoeveel vissen blijven er over voor de rest van de familie?
A
17
B
18
C
19
D
16
Slide 14 - Quiz
Wat voor som is dit? Jolien maakt snoepzakjes met 3 dropjes. Ze maakt in totaal 9 snoepzakjes. Hoeveel dropjes heeft Jolien in totaal?
A
Plussom
B
Minsom
C
Keersom
D
Deelsom
Slide 15 - Quiz
Jolien maakt snoepzakjes met 3 dropjes. Ze maakt in totaal 9 snoepzakjes. Hoeveel dropjes heeft Jolien in totaal?
A
30
B
26
C
23
D
27
Slide 16 - Quiz
Wat voor som is dit? In het park zitten 7 vogels met hun nestjes. In de maand april komen in elk nestje 6 eitjes uit. Hoeveel vogeltjes worden er in april geboren?
A
Plussom
B
Minsom
C
Keersom
D
Deelsom
Slide 17 - Quiz
In het park zitten 7 vogels met hun nestjes. In de maand april komen in elk nestje 6 eitjes uit. Hoeveel vogeltjes worden er in april geboren?
A
44
B
49
C
46
D
42
Slide 18 - Quiz
Wat voor som is dit? De strandwinkel heeft 3 soorten strandballen. Van elk soort liggen er 8 in de winkel. Hoeveel strandballen liggen er in de winkel?
A
Plussom
B
Minsom
C
Keersom
D
Deelsom
Slide 19 - Quiz
De strandwinkel heeft 3 soorten strandballen. Van elk soort liggen er 8 in de winkel. Hoeveel strandballen liggen er in de winkel?
A
26
B
24
C
21
D
29
Slide 20 - Quiz
Wat voor soort som is dit? Op het feestje van Jesayo krijgen alle kinderen 2 blikjes fris. Er zijn 18 blikjes. Hoeveel kinderen kan Jesayo uitnodigen?
A
Plussom
B
Minsom
C
Keersom
D
Deelsom
Slide 21 - Quiz
Op het feestje van Jesayo krijgen alle kinderen 2 blikjes fris. Er zijn 18 blikjes. Hoeveel kinderen kan Jesayo uitnodigen?
A
9
B
8
C
7
D
10
Slide 22 - Quiz
Wat voor som is dit? Lisa slaapt op de camping. Ze moet 40 euro betalen voor 5 nachten. Hoeveel euro kost 1 nacht op de camping?
A
Plussom
B
Minsom
C
Keersom
D
Deelsom
Slide 23 - Quiz
Lisa slaapt op de camping. Ze moet 40 euro betalen voor 5 nachten. Hoeveel euro kost 1 nacht op de camping?
A
6
B
7
C
9
D
8
Slide 24 - Quiz
Wat voor som is dit? Sem bakt aardbeientaarten. Hij heeft 54 aardbeien. Op elke taart doet hij 9 aardbeien. Hoeveel taarten kan Sem maken?
A
Plussom
B
Minsom
C
Keersom
D
Deelsom
Slide 25 - Quiz
Sem bakt aardbeientaarten. Hij heeft 54 aardbeien. Op elke taart doet hij 9 aardbeien. Hoeveel taarten kan Sem maken?