Periode 2 les 7 Tillen en transfers 1

• Verzorgende
• MBO
• Studiejaar 1

Ergonomie

Je zorgt dat je geen lichamelijke en geestelijke klachten oploopt door je werk

* Lichaamshouding

* Hulpmiddelen

* Materialen in hoogte verstelbaar (stoel, bed, blad nachtkastje)

Tillen

Normen voor tillen:

* Per hand maximaal 15 kg duwen of trekken

* Vanuit de vingers mag je nauwelijks duwen of trekken (denk aan steunkousen)

* Met je rug mag je maximaal 23 kg tillen. En dan alleen af en toe!

Dit betekent dat je bijna altijd een hulpmiddel nodig hebt.

Mobiliteitsklasse en hulpmiddelen

Afhankelijk van zijn zelfredzaamheid tijdens mobilisatie en transfers wordt de client ingedeeld in mobiliteitsklasse

Dat gebeurt niet op grond van een ziektebeeld maar op grond van de beperkingen en mogelijkheden die een client heeft om te mobiliseren of mee te helpen met de transfer. 

Mobiliteitsprobleem

Een cliënt die niet of maar beperkt kan bewegen heeft een mobiliteitsprobleem.

De cliënt heeft hulp nodig om zich te verplaatsen

Als je een cliënt verplaatst, dan heet dat een transfer.

De manier waarop je een transfer uitvoert, staat in het zorgplan van de cliënt.

Mobiliteitsklasse

Wie heeft ervaring met transfers?

* Hoe deed je dat?

* Gebruikte je een hulpmiddel?

* Hoe ging dat?

Hulpmiddelen

Welke hulpmiddelen voor transfer ken je?

4. Transfer hulpmiddelen

Er zijn tal van hulpmiddelen...

Aandachtspunten 

• Stel jezelf voor 
• Vertel wat je gaat doen
• Zet alles wat je nodig hebt binnen handbereik (rollator)
• Zet alle hulpmiddelen die je gaat gebruiken op de rem
• Til alleen als het echt nodig is, achterhaal wat de zorgvrager zelf kan (redzaamheid stimuleren)
• Vertel iedere stap die je uitvoert
• Spreek een teken af met de zorgvrager
• Til vanuit je knieën. 
• Vraag indien nodig om hulp

Mobiliseren met een rolstoel

• In en uit de rolstoel
• Stoeprand of drempel op
• Stoeprand of drempel af
• Hellingbaan op en af 

Welke aandachtspunten zijn hierbij? 

WAAR OF NIET WAAR

1. Til zware mensen niet alleen.

2. Veel bewegen is niet goed voor iemand die in de gezondheidszorg werkt.

3. Je houdt je rug recht tijdens het tillen.

4. Als je tilt, strek je de knieën.

5. Je tilt met je rug.

6. Het gewicht dat je tilt, moet je dicht tegen je aanhouden.

7. Je zet je voeten strak tegen elkaar als je tilt.

8. Bij het duwen van een bed, gebruik je je eigen lichaamsgewicht.

Een zorgvrager kan staan, maar niet lopen, je wilt hem uit bed helpen, welk hulpmiddel is geschikt?

1. glijzeil
2. passieve tillift
3. actieve tillift
4. papegaai

Mevrouw van Horstel heeft ALS en is totaal bedafhankelijk.
Welk hulpmiddel gebruik je om mevrouw uit bed te halen en in de rolstoel te verplaatsen?

1. Een passieve tillift
2. Een actieve tillift
3. Een draaischijf
4. Geen van deze drie hulpmiddelen

Hulp bieden bij lopen

* Ondersteun aan "slechte" zijde

* De cliënt legt zijn onderarm op jouw onderarm

Mobiliseren met een rolstoel

• In en uit de rolstoel
• Stoeprand of drempel op
• Stoeprand of drempel af
• Hellingbaan op en af 

Welke aandachtspunten zijn hierbij? 

Draaischijf

• Je gebruikt de draaischijf buiten het bed
  .
• Bij het gebruik van de draaischijf hoeft de cliënt geen draaiende beweging te maken.
  
• Je hoeft niet te tillen trekken en duwen.

Verplaatsen in bed

Welke hulpmiddelen ken je daarvoor?

* Glijzeil

* Wendylet

* Andere?

Verplaatsen in bed

Zijligging:

* Halswervels moeten in 1 lijn zijn

* Ademhalingsweg moet vrij zijn

* Oorschelp mag niet dubbel liggen

* Onderste schouder en arm mogen niet afgeklemd worden

* Armen en ellebogen iets gebogen

* Voorkom drukplekken

Verplaatsen in bed

Rugligging:

* Let op spitsvoeten

* Let op drukplekken

* Vraag aan cliënt hoe hij het kussen wil

Half rechtop:

* Kussens als huisje of dakpansgewijs

* Hoofdsteun wat omhoog

Glijzeil

- Allerlei kleuren en maten

- NIET met een wit laken eroverheen!

- Zorgvrager omhoog helpen

- Zorgvrager op de zij helpen

Glijzeil

• Gebruik je bij verplaatsing op het bed
  
• Glijzeil is makkelijk onder een cliënt weg te halen, zonder dat de cliënt van houding hoeft te veranderen.
  

Stap 1: Pak het bovenste deel van het zeil stevig vast. Sta stevig met beide voeten op de grond waarbij je linker of rechterbeen een stapje naar voren staat.

Stap 2:

Vraag aan de cliënt of hij zijn hoofd alvast wil draaien in de richting van de kant waarop hij verplaatst gaat worden. Ga een klein beetje door je knieën. Trek nu het zeil voorzichtig naar achteren door gebruik te maken van je lichaamsgewicht.

Stap 3:

Ga in een vloeiende beweging omhoog vanuit je benen en buig een klein beetje over de cliënt heen. De cliënt draait nu vanzelf op de gewenste zij.

Tips en trucs

- Draag geen sieraden

- Til (als het kan) met een collega van ongeveer dezelfde lengte

- Zorg dat je voeten, heupen en schouders zoveel mogelijk in dezelfde richting wijzen

- Maak gebruik van je eigen lichaamsgewicht

- Til niet hoger tot aan schouderhoogte

- Til met je been en armspieren

Belastbaarheid cliënt:

- Weet wat de cliënt kan en mag

- Stimuleer eigen regie van de cliënt! --> wat cliënt zelf nog kan, vooral zelf laten doen!

- De belastbaarheid kan wisselen bij de cliënt

Oefenen

3 of 4 groepjes

1 cliënt

1 hulpverlener

rest is observator

wissel van rol.

Oefenen:

Hulp bij opstaan/ lopen

Hulp bij verplaatsen met rolstoel

Hulp bij verplaatsen in bed;

- in en uit bed met rollator

- gebruik van glijzeil

Huiswerk

Lezen Boek Basisdeel Thieme: Hoofdstuk 9: Hulp bieden. Paragraaf 9.25: Hulp bij mobiliteit. Let op; lees alleen het gedeelte over Tillen (even naar benden scrollen). Kijk in It’s Learning naar de stappenplannen actieve en passieve lift. Gaat het op jouw werk ook zo? Als het anders gaat, hoe gaat het dan? Graag informatie meenemen naar de volgende les