Quiz H4

Quiz H 4 Goed gemaakt?


2 GL
1 / 30
next
Slide 1: Slide
economieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Quiz H 4 Goed gemaakt?


2 GL

Slide 1 - Slide

Produceren is
A
Het maken van goederen.
B
Het leveren van diensten.
C
Het maken van goederen en het leveren van diensten.
D
Het verkopen van goederen .

Slide 2 - Quiz

Produceren gebeurt in een aantal stappen. Deze stappen heten productiefasen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quiz

Welke bedrijven staan in een bedrijfskolom?
A
Alleen bedrijven die een product verkopen.
B
Alleen bedrijven die een product uit de natuur halen.
C
Alle bedrijven die een product bewerken.

Slide 4 - Quiz

Leg uit wat toegevoegde waarde is

Slide 5 - Open question

Hoe noem je alle kosten die je maakt bij het produceren?

Slide 6 - Open question

Een bedrijf dat grondstoffen gebruikt om te produceren , is een
A
agrarisch
B
dienstverlenend
C
industrieel bedrijf

Slide 7 - Quiz

Een bedrijf dat met behulp van natuur grondstoffen produceert, is een
A
agrarisch
B
industrieel
C
dienstverlenend

Slide 8 - Quiz

Een bedrijf dat diensten levert, is een
A
agrarisch
B
dienstverlenend
C
industrieel bedrijf

Slide 9 - Quiz

Pretpark
A
agrarische
B
industriele
C
dienstverlenend

Slide 10 - Quiz

Meubelmaker
A
agrarische
B
industriële
C
dienstverlenend

Slide 11 - Quiz

Pluimveehouder
A
agrarische
B
industriele
C
dienstverlenend

Slide 12 - Quiz

autofabriek
A
agrarische
B
industriele
C
dienstverlenend

Slide 13 - Quiz

Hoe noem je iemand die met een eigen bedrijf zijn inkomen verdient

Slide 14 - Open question

Alles wat je nodig hebt om te kunnen produceren noem je productiefactoren.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quiz

Bij welke productiefactor hoort GROENTE
A
Natuur
B
Arbeid
C
Kapitaal

Slide 16 - Quiz

Bij welke productiefactor hoort VAKKEN VULLER
A
Natuur
B
Arbeid
C
Kapitaal

Slide 17 - Quiz

Bij welke productiefactor hoort HOUT
A
Natuur
B
Arbeid
C
Kapitaal

Slide 18 - Quiz

Bij welke productiefactor hoort VRACHTWAGEN
A
Natuur
B
Arbeid
C
Kapitaal

Slide 19 - Quiz

Bij welke productiefactor hoort EEN APP ONTWERPEN
A
Natuur
B
Arbeid
C
Kapitaal

Slide 20 - Quiz

Bij welke productiefactor hoort
A
Natuur
B
Arbeid
C
Kapitaal

Slide 21 - Quiz

Hoe noem je bedrijven die dezelfde soort producten maken of dezelfde diensten leveren?
A
Producenten
B
Consumenten
C
Concurrenten
D
Doelgroep

Slide 22 - Quiz

Winst = kosten - opbrengsten
A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quiz

Wanneer de kosten van het bedrijf hoger zijn dan de opbrengsten.
A
Winst
B
Verlies

Slide 24 - Quiz

Hoe noem je nieuwe uitvindingen en nieuwe kennis van techniek
A
Technologische techniek
B
Technologische ontwikkelingen
C
Techniek toekomst
D
Automatisering

Slide 25 - Quiz

Computers nemen het werk van mensen over
A
Automatisering
B
Mechanisatie

Slide 26 - Quiz

Hoe noem je de hoeveelheid producten die een werknemer kan maken in een bepaalde periode?
A
productiecapaciteit
B
arbeidsproductiviteit
C
personeelscapaciteit

Slide 27 - Quiz

Wat is geen manier om de arbeidsproductiviteit te verhogen?
A
meer personeel
B
geldbonus
C
gratis product
D
cursus volgen

Slide 28 - Quiz

Wanneer bedrijven produceren met zo weinig mogelijk schade voor mensen en het milieu =
A
Recycling
B
Duurzaam produceren
C
Eco produceren

Slide 29 - Quiz

Wat is recycling?

Slide 30 - Open question