T2 semaine 7 - Quel

Quelle glace prends-tu ?
1 / 20
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Quelle glace prends-tu ?

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Kijk naar de titeldia.
Over welke grammatica gaan we het hebben ?

Slide 2 - Open question

This item has no instructions

quel en prendre
Leerdoelen:
Ik weet hoe ik het vraagwoord quel / quelle / quels / quelles gebruik.
Ik kan het werkwoord prendre gebruiken om te zeggen wat ik neem in een restaurant, op een terras of ijssalon.
Ik weet hoe ik me kan voorbereiden op de leestoets.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wat is het vraagwoord en het zelfstandig naamwoord in deze zin:

Quelle glace prends-tu?
A
quelle, prends
B
quelle, glace

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Het vraagwoord 'quel'
  • 4 vormen
  • past zich aan aan het zelfstandig naamwoord in de zin
  • het betekent welk(e) of wat

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Wanneer 'wat' wanneer 'welk(e)'?
1. Quelle marque tu préfères ?
Quelle staat voor het zelfstandig naamwoord
Het betekent welk

2. Quelle est ta marque favorie ?
Na 'quelle' komt het werkwoord 'est' of 'sont'
Het betekent wat is of wat zijn

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Stappenplan quel gebruiken
STAP 1: Zoek het zelfstandig naamwoord in de zin.

STAP 2: Is het zelfstandig naamwoord mannelijk of vrouwelijk?

STAP 3: Is het zelfstandig naamwoord enkelvoud of meervoud?

STAP 4: Kies de vorm in de tabel die past bij het zelfstandig naamwoord:

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

De vormen van quel:
mannelijk
vrouwelijk
enkelvoud
quel
quelle
meervoud
quels
quelles

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Het werkwoord prendre
Prendre betekent nemen.

Hoe gebruik je dit als je in een restaurant, op een terras of in een ijssalon bent?

Slide 9 - Slide

Ik neem een cola.
Neem jij een pizza?
Wij nemen allebei een chocoladeijsje.
Nemen jullie ook een ijsje?

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Vul de goede vorm in van prendre

Je ... une glace.
A
prenons
B
prend
C
prends
D
prennent

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Vul in:

Et vous, vous ... quelle glace ?
A
prends
B
prenons
C
prennent
D
prenez

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Net als prendre
comprendre = begrijpen
apprendre = leren

Example:
Je ne comprends pas l'anglais.
J'apprends les maths.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

We maken samen ex. 30d, p. 77

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Traduis le mot 'quelles':

Quelles sont tes baskets préférées ?
A
welke
B
wat

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Traduis le mot 'Quelles'

Quelles baskets aimes-tu ?
A
welke
B
wat

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Tu achètes quelles baskets ?
A
welke
B
wat

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Choisis le bon mot:

Tu as quel / quelle / quels âge ?
A
quel
B
quelle
C
quels

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Quel / Quelle / Quels est ton camping préféré ?
A
quel
B
quelle
C
quels

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Les devoirs
Huiswerk volgende week (zie planning website Grandes Lignes):
  • Chapitre 6 Bron H ex. 30 (staat bij planning op website)
  • leren: Phrases-clés C et G
  • leren: werkwoord prendre, bron H p. 76 boek
Volgende week af

Slide 20 - Slide

This item has no instructions