H2 Quel et prendre semaine 10

Quelle glace prends-tu ?
1 / 24
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Quelle glace prends-tu ?

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Kijk naar de titeldia.
Over welke grammatica gaan we het hebben ?

Slide 2 - Open question

This item has no instructions

quel en prendre
Les objectifs d'apprentissage: 
1. Tu peux utiliser les mots quel / quelle / quels / quelles.
2. Tu peux utiliser le verbe prendre : om te zeggen wat je neemt in een restaurant, op een terras of ijssalon.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wat is het vraagwoord en het zelfstandig naamwoord in deze zin:

Quelle glace prends-tu?
A
quelle, prends
B
quelle, glace

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Het vraagwoord 'quel'
  • 4 vormen
  • past zich aan aan het zelfstandig naamwoord in de zin
  • het betekent welk(e) of wat

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Wanneer 'wat' wanneer 'welk(e)'?
1. Quelle marque tu préfères ?
Quelle staat voor het zelfstandig naamwoord
Het betekent welk

2. Quelle est ta marque favorie ?
Na 'quelle' komt het werkwoord 'est' of 'sont'
Het betekent wat is of wat zijn

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Stappenplan quel gebruiken
STAP 1: Zoek het zelfstandig naamwoord in de zin.

STAP 2: Is het zelfstandig naamwoord mannelijk of vrouwelijk?

STAP 3: Is het zelfstandig naamwoord enkelvoud of meervoud?

STAP 4: Kies de vorm in de tabel die past bij het zelfstandig naamwoord:

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

De vormen van quel:
mannelijk
vrouwelijk
enkelvoud
quel
quelle
meervoud
quels
quelles

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Het werkwoord prendre
Prendre betekent nemen.

Hoe gebruik je dit als je in een restaurant, op een terras of in een ijssalon bent?

Slide 9 - Slide

Ik neem een cola.
Neem jij een pizza?
Wij nemen allebei een chocoladeijsje.
Nemen jullie ook een ijsje?

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

prendre in de passé composé
J'ai pris                                                               -de passé composé vorm 
Tu as pris                                                            is dus altijd 'pris' 
Il / elle / on a pris                                            - je vervoegt het dus met 
nous avons pris                                               het hulpww. avoir, want 
vous avez pris                                                   in het NL zeggen we ook 
ils/ elles ont pris                                              'ik heb genomen' 

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Vul de goede vorm in van prendre

Je ... une glace.
A
prenons
B
prend
C
prends
D
prennent

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Vul in:

Et vous, vous ... quelle glace ?
A
prends
B
prenons
C
prennent
D
prenez

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Vul in: Hier j'ai .......... une glace.
(let op: Hier = gisteren ;)
A
prends
B
prenons
C
prist
D
pris

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Vul in:
Hier, Charlotte ............ des frites.
A
as pris
B
prends
C
a pris
D
prend

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Net als prendre
comprendre = begrijpen
apprendre = leren

Exemple:
Je ne comprends pas l'anglais.
J'apprends les maths.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

We maken samen ex. 30d, p. 77

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Réponses: 

1. elle prend 
2. nous prenons
3. ils ne prennent jamais 
4. je ne comprends vraiment pas 
5. nous prenons 
6. vous prenez 

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Traduis le mot 'quelles':

Quelles sont tes baskets préférées ?
A
welke
B
wat

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Traduis le mot 'Quelles'

Quelles baskets aimes-tu ?
A
welke
B
wat

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Tu achètes quelles baskets ?
A
welke
B
wat

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Choisis le bon mot:

Tu as quel / quelle / quels âge ?
A
quel
B
quelle
C
quels

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Quel / Quelle / Quels est ton camping préféré ?
A
quel
B
quelle
C
quels

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Les devoirs
  • Faire : Ga verder met de poster.
  • Op dinsdag 7 juni presenteert ieder groepje de poster. Dit is dus het moment om alles af te maken. 

Slide 24 - Slide

This item has no instructions