4V Periode 1 - PA3 H4 Les 6 (29-9/09-10 - 2023)

Bienvenidos
LESSONUP klascode: 
A4sptl1: kdkzs
A4sptl7: rzmlm
Meld je aan via de link in magister of via de klascode. 
De link staat in magister bij jouw eerste les Spaans van dit schooljaar.


1 / 32
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Bienvenidos
LESSONUP klascode: 
A4sptl1: kdkzs
A4sptl7: rzmlm
Meld je aan via de link in magister of via de klascode. 
De link staat in magister bij jouw eerste les Spaans van dit schooljaar.


Slide 1 - Slide

Spaans in klas 4
4 periodes, 1-2-2-2 
KWG Spaans vrijdag 1e lesuur

niveau: ERK-niveau A2 / B1
(ERK = Europees referentiekader)

Slide 2 - Slide

Materiales

- Paso adelante deel 3, Tekstboek 
- Werkboek B wordt uitgedeeld
- Grammatica-boekje digitaal (onderbouw)
- Leesteksten over cultuur en landen
- Schrift, Pennen, Laptop, Goed humeur


Slide 3 - Slide

Info ICT, toetsen, huiswerk
Toets:
  • Examen (toetsweek): Paso adelante volumen 3, capítulo 4 + pretérito indefinido

Lessonup.app:   
  • aanmelden, linkje staat in magister bij de eerste les Spaans van dit schooljaar. 
  • aanmelden kan ook met de klascode     A4sptl1: kdkzs;     A4sptl7: rzmlm

Huiswerk:
  • Op magister staat je rooster, maar het huiswerk staat op Teams. Houd het huiswerk goed bij!
  • Er is een Tegel voor jouw cluster Spaans: vrijdag A4sptl1 / maandag A4sptl7. Daar vind je de studiewijzer -> samen bekijken


Slide 4 - Slide

Info KWG
Wanneer: vrijdag 1e lesuur.

Kom met een leervraag naar kwg. 
Zet s.v.p. van tevoren jouw leervraag op het formulier (linkje bovenaan studiewijzer) en geef aan wat je van de docent nodig hebt, bijvoorbeeld extra uitleg, oefeningen, feedback op gemakt werk etcetera.

Slide 5 - Slide

Reglas
  1. groeten bij binnenkomst, geen jassen of telefoons in de klas (telefoon meteen in de muurtas)
  2. spullen en huiswerk in orde
  3. bij binnenkomst rustig op eigen plaats gaan zitten
  4. als de docent spreekt, ben je stil
  5. vragen? hand opsteken
  6. computer alleen gebruiken voor de les, en alleen indien de docent dat vraagt (dus geen andere bestanden, sites, mail of meldingen open hebben staan)
                                                 
                                    Respecteer elkaar, en elkaars spullen!

Slide 6 - Slide

El programa de hoy
ENQUETE (15m)
INFO, DEBERES + vervolg (20m)
VOCAB 4.4 
ESCUCHAR H, ej 24-26 (15m)
FRASES CLAVE J, ej 31-33 (15m)
GRAM: meewerkend vw. + verleden tijd (kwg)
REFLEXIÓN (5m)
Kwg vrijdag 1e lesuur: 
o.a. oefenen met pretérito indefinido en complemente indirecto (meew. voorwerp) 

Slide 7 - Slide

Período 1: Metas / Objetivos (= doelen)
Je leert communiceren over Spaanse cultuur en landen en over het thema gezondheid, op ERK-niveau A2.
  • We gaan veel te weten komen over Cuba, een Spaanstalig land in Midden-Amerika, door erover te lezen en te praten.
  • We gaan leren hoe je kunt vertellen over gezondheid, ziekte en ziekenhuisbezoek.
  • Je leert meer over de verleden tijd 'pretérito indefinido', zowel regelmatige als onregelmatige werkwoorden, en ook in welke situaties je deze verleden tijd gebruikt. 
  • Daarnaast leer je hoe je zinnen korter maakt door het meewerkend voorwerp in zinnen te vervangen door een persoonlijk voornaamwoord. Voorbeeld: 'Ik geef het boek aan Annemiek' -> 'Ik geef haar het boek'.

Slide 8 - Slide

Los deberes fueron:
Estudiar:  
Vocab 4.3 -> próxima página 
H4 bron I (tekstboek p.51) 

Hacer: 
H4 oef 19, 21, 28
afmaken tekst Cuba (De tekst die je zelf hebt gekozen) 

-> próximas páginas

Slide 9 - Slide

Deberes: Cuba 
Tarea 'CUBA' en Teams:
  • Habéis seleccionado un texto en 'Teams'.
  • Cada texto contiene dos páginas.
  • Hay que contestar las preguntas. Trabajáis  en parejas, pero todos escribís.

-> TERMINAR EN CASA: 
1) corregir con la hoja de respuestas (zie 'Antwoordbladen) 
2) escribir reflexión 
3) entregar en Teams, esta semana

Slide 10 - Slide

Vocab 4.3:
Apunta palabras que tienen que ver
con un accidente / el hospital.

Slide 11 - Mind map

Corregir ejercicios 19 + 21
Corrige tu trabajo con el libro de respuestas (antwoordboek) + 
contesta la pregunta en la próxima página
timer
5:00

Slide 12 - Slide

Welke werkwoorden had je nodig voor oefening 19c + noteer ook de vertaling.

Slide 13 - Open question

Practicar ej. 21bcd
PRACTICAR ejercicio 21bc
En parejas: 
Lee tu instrucción de ejercicio 21b para tu vecino/a (buurman/-vrouw).
El/ella tiene que hacer el ejercicio.

¿Terminado?
Cambia de papel.

Slide 14 - Slide

VOCAB 4.4

Slide 15 - Slide

Tres pacientes del hospital (H, TB p.50) 
Trabajad en parejas.
Haced el ejercicio 24 (WB. p.27-28)
¿Terminados? Sigue con ejercicio 26.
Necesitas ayuda? 
Usa el vocabulario en tu Libro de texto o levanta la mano.

timer
6:00

Slide 16 - Slide

La entrevista 
entre = tussen = .......
vista = uitzicht = .......

Escuchamos una entrevista. 
  • ¿Qué estrategias vas a usar?
  • Hacemos el ejercicio 25 (WB p.28)
PA3 H4 oef 25a
PA3 H4 oef 25b
PA3 H4 oef 25c
PA3 H4 oef 25de

Slide 17 - Slide

¿Qué pasó? (J, TB p.51)
  1. Trabajad en parejas.
  2. Pronunciad las frases clave (TB p.51)
  3. Apuntad los verbos (infinitivos) que están en las frases + traducción, en tu cuaderno.
  4. Haced ejercicio 31c con tu vecino/a (WB p.33)
  5. Haced ejercicio 32, en parejas (= kruip in de huid van Javier of Mari Carmen).
  6. Después lo hacemos en pleno.

¿Terminado? Haz el ejercicio 33.



timer
10:00

Slide 18 - Slide

GRAMATICA (terminar en casa) 
Werk verder aan: 
  • Meewerkend voorwerp oefening 15 (WB p.18)
  • Pretérito indefinido oefening 29 (WB p.31)
  • Herhaal het gebruik van de verschillende verleden tijden (TB p.101-103, nr 21). Maak daarna oefening 30.

Tips voor extra uitleg en oefening met de verleden tijden vind je op de volgende slides.
¿Necesitas más ayuda?
Lee la explicación en Libro de texto p.46 (meew. voorwerp) y p.27+51 (pasados)

Slide 19 - Slide

Pretérito indefinido (verleden tijd)
EXPLICACIÓN
  • in welke situaties je de verschillende verleden tijden gebruikt, TB p.101-102 nr. 21.  Zie ook de korte uitleg op de volgende slide.
  • vervoegingen regelm. ww (TB p.27) 
  • vervoegingen onregelm. werkwoorden (TB p.51)

KLAAR? Kies optie 1 of optie 2 (volgende slides, blauw)
Pretérito indefinido

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Opción 1: Practicar las conjugaciones
Je oefent nu online met:
  • kies werkwoorden uit de woordenlijst van dit hoofdstuk en uit de groene grammaticablokken van de 'indefinido'

Ga naar Verbuga.(google op 'verbuga Spaans')
Links: vink de werkwoorden aan die je gaat oefenen
Rechts: klik op 'pretérito indefinido'

Slide 22 - Slide

Opción 2: El uso de los pasados
Zoek in de leestekst bron C zinnen waarin een verleden tijd voorkomt. 
Schrijf die zinnen op. 
Leg uit waarom perfecto / imperfecto / indefinido in die zinnen wordt gebruikt en wat het werkwoord in die zinnen precies betekent. 
Zoek ca. 5-8 zinnen.

Necesitas ayuda?
Lee TB p.101-102, nr. 21

Slide 23 - Slide

REFLEXIÓN

Slide 24 - Slide

Frases clave J:
Wat deden ze daarna?
A
¿Qué pasó?
B
¿Por qué lo hicieron?
C
¿Qué hicieron después?
D
¿Cómo fuiste allí?

Slide 25 - Quiz

Los pasados:
Ayer ......... un accidente de tráfico.
A
tengo
B
he tenido
C
tuve
D
tenía

Slide 26 - Quiz

Los pasados:
Esta mañana me ......... .
A
operado
B
operaron
C
operaban
D
han operado

Slide 27 - Quiz

1. Wat heb je vandaag geleerd (minimaal 2 contrete dingen)
2. Wat vind je nog moeilijk?
3. Hoe ga ja daaraan werken/wat heb je nodig?

Slide 28 - Open question

Los deberes, zie studiewijzer!!!
Estudiar: 
herhaal vocab 4.3 + leren vocab 4.4 
H4 bron J frases clave in beide richtingen 
Leer de uitleg over het gebruik van de verschillende verleden tijden (TB p.101-103, nr 21). 
Bestudeer alvast de leerstof voor de toets en maak een aantal oefeningen opnieuw en/of maak onderdelen van de D-toets. Noteer de vragen die je aan de docent wilt stellen. 

Hacer:  
afmaken oef 15, 24, 26, 29, 30, 33  

Slide 29 - Slide

vocab 4.2
de taille, het middel
A
la cintura
B
la joven
C
el hombro
D
apenas

Slide 30 - Quiz

Frases clave.
Traduce:
Dat lijkt me goed.
A
Te llevo una revista.
B
Me parece bien.
C
Me duele la pierna.
D
Estoy enfermo.

Slide 31 - Quiz

Pretérito indefinido (verbos regulares):

Van 2014 tot 2018 woonden we in Leusden.
A
De 2014 a 2018 vivieron en Leusden.
B
De 2014 a 2018 vivimos en Leusden.
C
De 2014 a 2018 viviste en Leusden.
D
De 2014 a 2018 vivisteis en Leusden.

Slide 32 - Quiz