Theorie basisschool/ kinderdagverblijf

• Zorg en Welzijn
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 4

Voorbereiding op de toets

De schijf van 5

- Groente & fruit; 

- Brood, graanproducten en aardappelen; 

- Zuivel, noten, vis, peulvruchten, vlees en ei; 

- Smeer en bereidingsvetten; 

- Dranken

Welke onderwerpen gaan we vandaag bespreken? 

- Coeliakie;

- Schijf van 5; 

- Voedselovergevoeligheid

- Voeding van de baby. 

Wat is volgens jou coeliakie?

Coeliakie

- Intolerantie voor gluten. 

- Gluten = eiwit dat voorkomt in tarwe, rogge, gerst, spelt en kamut. 

Gevolgen van coeliakie

- Beschadiging slijmvlies dunne darm; 

- Opbouw wand dunne darm: bedekt met darmvlokken; 

- Bij coeliakie gaan darmvlokken kapot nadat zij in aanraking zijn gekomen met gluten. 

Welke voedingsgewoonten heb jij?

Basisregels

- Eet gevarieerd;

- Eet niet te veel en beweeg voldoende;

- Eet minder verzadigd vet; Onverzadigd vet = oké. Verzadigd vet = verkeerd;

- Eet veel groente, fruit en brood;

- Eet veilig. 

Voedselovergevoeligheid

- Voedselallergie 

-  Voedselintolerantie. 

Voeding van de baby

- Borstvoeding; 

- Flesvoeding.

- Bijvoeding --> vanaf 6 maanden. Ijzer en Vit. C. nodig. 

- Groente, fruit, brood, pap, kant- en klare voeding. 

WELKOM

Plan van vandaag: 

Groep feestje 01-02-23  

* puntjes op de i voor het feestje; 

* traktatie maken; 

* nabespreken + afspraken m.b.t. feestje (tijdstip aanwezig enz.)

Vervolg plan... 

Overige kinderen: 

* Terugblikverslag ingeleverd? 

* H opdracht maken + inleveren

* Maken: M&G blok 4 (niet maken 9,10,11)

* Maken: M&O blok 4 (niet maken 14,15)

* Korte quiz ter voorbereiding op de toets

Mensen die coeliakie hebben verdragen geen:

1. Koemelk
2. Kippenei
3. Gluten
4. Schelpdieren

Een baby van 6 maanden mag een fruithapje

1. Waar
2. Niet waar

In welk voedingsmiddel zitten koolhydraten?

1. Eieren
2. Brood
3. Pasta
4. Kaas

In welke productgroep in de schijf van 5 zitten producten met veel vezels?

1. Smeer - en bereidingsvetten
2. Dranken
3. Brood, graanproducten, aardappelen
4. Zuivel, noten, vis, vlees, ei en peulvruchten

Een baby van 7 maanden mag geen boterham

1. Waar
2. Niet waar

Een peer schillen is een vorm van grove motoriek

1. Waar
2. Niet waar

Marieke heeft 38 graden koorts.
Is bovenstaande zin objectief of subjectief?

1. Objectief
2. Subjectief

Marieke heeft buikpijn, omdat ze gisteren melk heeft gedronken.
Kies uit: allergie/ intolerantie

1. Allergie
2. Intolerantie

Rode hond wordt overgedragen door een virus dat zich verspreidt via de lucht.

1. Waar
2. Niet waar