This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Vendredi 8 mars
Bonjour !
Slide 1 - Slide
Programme
Aujourd'hui (=vandaag)
Corriger les exercices
Pratiquer le passé composé avec un texte sur Paris
Écrire une carte postale
Objectifs: écrire une carte postale
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Avant de commencer l'exercice
Vous avez dejà été à Paris ? (déjà = al)
Qu'est-ce que vous avez visité ?
Slide 4 - Slide
Que connaissez vous de Paris?
Slide 5 - Open question
Des sites touristiques à Paris
Les Champs-Elysées
Montmartre
Le musée du Louvre
La cathédrale Notre-Dame
Slide 6 - Drag question
Vocabulaire de l'exercice
Le goûter : Omdat de Fransen hun diner pas rond 20.00 uur eten, wordt er rond 16.00 uur vaak nog taart of koekjes gegeten en wat gedronken
L'apéritif : De apéritif is een pre-dinner borrel en een belangrijk onderdeel van de Franse eetcultuur.
Slide 7 - Slide
le fromage
vinden
het uitzicht
de ochtend
de nacht
vetrekken
les légumes (man.)
le peintre
een drankje doen
trouver
la vue
le matin
la nuit
quitter
prendre un verre
Slide 8 - Drag question
Faire l'exercice 1 + Onderstreep ook de werkwoorden in het passé composé en de woorden die je niet begrijpt.
Slide 9 - Slide
1
2
4
3
5
6
7
8
9
101
111
12
13
14
15
i
o
j
h
b
g
a
k
l
m
n
f
e
c
d
Slide 10 - Slide
Écrire une carte postale
Je bent op vakantie in Frankrijk geweest en je stuurt een kaartje naar je vriend/vriendin.
Hoi/Beste...
Schrijf dat jullie in Frankrijk zijn.
Vertel dat jullie gisteren een kasteel hebben bezocht
Vertel dat je het leuk vond/niet leuk vond.
Vertel dat je gezwommen hebt.
Schrijf nog een activiteit (eigen keuze) in de passé composé.
Sluit a
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Open question
Devoirs
Faire:
Terminer (afmaken) la carte postale (instructies op Classroom)
Supplement, pages 21-22: exercice O. Het is een goede voorbereiding op de toets. Leer eerst de woordenschat 1-1 t/m 1-7 op Quizlet/Wrts en maak daarna de oefening zonder google translate.