This lesson contains 15 slides, with text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Programma
Herhaling paragraaf 3.1
Huiswerk maken paragraaf 3.1
opgave 6 en 9
Uitleg paragraaf 3.2
Slide 1 - Slide
Herhaling
Inkomsten uit arbeid
Inkomsten uit bezit
Verschil in beloning
Slide 2 - Slide
Leerdoelen
Ik kan uitleggen welke soorten overdrachtsinkomen zijn
Ik kan voorbeelden geven van tegemoetkomingen
Ik kan voorbeelden geven van toeslagen
Ik kan voorbeelden noemen van uitkeringen
Slide 3 - Slide
Inkomens zonder tegenprestatie
Slide 4 - Slide
overdrachtsinkomen
inkomen zonder tegenprestatie dat je ontvangt van de overheid
Slide 5 - Slide
Inkomens zonder tegenprestatie
Dit heet overdrachtsinkomen
- je hoeft er niets voor te doen
- er zijn wel voorwaarden, je krijgt het niet zomaar
Slide 6 - Slide
Inkomens zonder tegenprestatie
Soorten overdrachtsinkomens:
tegemoetkomingen bijv kinderbijslag
toeslagen bijv. huurtoeslag of zorgtoeslag
sociale uitkeringen bijv. bijstandsuitkering
Slide 7 - Slide
Overdrachtsinkomsten / tegemoetkomingen
Kinderbijslag
Kinderen kosten veel geld (gemiddeld een huis per kind)
Voor kinderen tot maximaal 18 jaar.
Ouders/verzorgers krijgen elk kwartaal kindergeld ongeacht hun inkomen.
Betaald met belastinggeld
Vraag: Enig idee hoeveel?
Slide 8 - Slide
www.svb.nl
Slide 9 - Link
Overdrachtsinkomsten / tegemoetkomingen
STUDIEFINANCIERING
Voor scholieren en studenten vanaf 18 jaar.
Basisbeurs voor iedereen
Aanvullende beurs bij laag loon ouders
Slide 10 - Slide
Overdrachtsinkomsten /toeslagen
Huurtoeslag
Iedereen heeft recht op eenvoudig onderdak.
Alleen als een te groot deel van je inkomen naar huur gaat.
Betaald met belastinggeld
Slide 11 - Slide
Overdrachtsinkomsten/ toeslagen
Zorgtoeslag
Zorgverzekering is verplicht. Hiervoor betaal je een premie.
Wie een laag inkomen heeft, heeft recht op een tegemoetkoming; de zorgtoeslag
Slide 12 - Slide
Overdrachtsinkomsten/ sociale uitkeringen
Bijstandsuitkering
Iedereen heeft recht op het sociaal minimum.
Dit is het inkomen waarvan je moet kunnen leven.
Een alleenstaande zonder kinderen heeft minder nodig dan een alleenstaande met kinderen.
De bijstand is een uitkering voor mensen onder het sociaal minimum. Je mag dan niet te veel spaargeld hebben en bent verplicht om regelmatig te solliciteren.