Spanning opbouwen in een dramascène

Spanning opbouwen in een dramascène

Leerdoel

Aan het einde van de les kun je uitleggen wat een cliffhanger is en hoe je spanning kunt opbouwen in een dramascène.

Wat weet je al over cliffhangers in een dramascène?

Wat is een cliffhanger?

Een cliffhanger is een spannend moment aan het einde van een scène of aflevering die de kijker nieuwsgierig maakt naar wat er hierna zal gebeuren.

Doel van een cliffhanger

Het doel van een cliffhanger is om de aandacht van de kijker vast te houden en ze nieuwsgierig te maken naar het vervolg.

Elementen van een cliffhanger

Een cliffhanger bevat vaak een onverwachte gebeurtenis, een onbeantwoorde vraag of een spannende ontwikkeling.

Spanning opbouwen

Om spanning op te bouwen in een dramascène kun je gebruik maken van verschillende technieken zoals het vertragen van acties, het creëren van mysterie en het opvoeren van conflicten.

Voorbeeld van een cliffhanger

Bekijk samen een dramascène waarin een cliffhanger wordt gebruikt om spanning op te bouwen. Analyseer de elementen die de cliffhanger effectief maken.

Oefening: Creëer een cliffhanger

Laat de leerlingen in groepjes een korte dramascène bedenken waarin ze een cliffhanger gebruiken om spanning op te bouwen. Laat ze de scène presenteren aan de klas.

Samenvatting

Een cliffhanger is een spannend moment aan het einde van een scène of aflevering die de kijker nieuwsgierig maakt naar wat er hierna zal gebeuren. Door gebruik te maken van verschillende technieken kun je spanning opbouwen in een dramascène.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.