1 Introductie les

Thema Organen en cellen 
Introductie
Voorkennis?? 
1 / 16
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Thema Organen en cellen 
Introductie
Voorkennis?? 

Slide 1 - Slide

Enkele processen bij de mens zijn ademhalen, groeien en ontwikkelen.
Welke van deze processen zijn levenskenmerken?
A
Alleen ademhalen en groeien
B
Alleen groeien en ontwikkelen
C
Zowel ademhalen, groeien als ontwikkelen

Slide 2 - Quiz

Bij welke organismen komt het levenskenmerk 'uitscheiden' voor?
A
Alleen bij dieren
B
Alleen bij planten
C
Bij schimmels en bacteriën
D
Bij alle organismen

Slide 3 - Quiz

Max ziet een hond rennen.
Ziet Max een levenskenmerk bij deze hond?
A
Ja
B
Nee

Slide 4 - Quiz

Een groep cellen met dezelfde bouw en functie(s) noem je een ....
A
Cel
B
Weefsel
C
Orgaan
D
Organenstelsel

Slide 5 - Quiz

Botten krijgen hun stevigheid vooral door ..... ?
A
Kalkstof
B
Lijmstof
C
Ttussencelstof

Slide 6 - Quiz

Hoe noem je een aantal organen die samen een functie hebben?
A
Organisme
B
Organen
C
Orgaanstelsel

Slide 7 - Quiz

Hoe noem je het onderdeel van de microscoop waar je doorheen kijkt?
A
Diafragma
B
Objectief
C
Oculair

Slide 8 - Quiz

Met welk onderdeel van de microscoop stel je het beeld 'grof' scherp?
A
Grote schroef
B
Kleine schroef
C
Diafragma
D
Tubus

Slide 9 - Quiz

Hoe bereken je de vergroting van een microscoop?
A
vergroting = oculair x tubus
B
vergroting = revolver x tubus
C
vergroting = oculair x objectief
D
vergroting = oculair x revolver

Slide 10 - Quiz

Welk van de volgende onderdelen heeft een plantencel WEL en een dierlijke cel NIET?
A
celmembraan
B
celkern
C
cytoplasma
D
celwand

Slide 11 - Quiz

Wat is de functie van de bladgroenkorrels in een plantaardige cel?
A
de plant van stroom voorzien
B
Uitvoeren van fotosynthese
C
Stevigheid geven aan de plant
D
Heeft geen functie

Slide 12 - Quiz

Max bekijkt met een microscoop enkele levende cellen. Deze cellen bevatten geen bladgroenkorrels, geen kleurstofkorrels en geen zetmeelkorrels.
Kunnen dit plantaardige cellen zijn? En kunnen dit dierlijke cellen zijn?
A
Alleen dierlijke cellen
B
Alleen plantaardige cellen
C
Zowel plantaardige als dierlijke cellen
D
Geen van beide

Slide 13 - Quiz

Een diersoort heeft 36 chromosomen in een cel van het oor.
Hoeveel paren chromosomen komen dan in een beencel van deze diersoort voor? Kies het juiste aantal.
A
18
B
36
C
72

Slide 14 - Quiz

De vachtkleur bij een koe is een erfelijke eigenschap. Een chromosoom van een chromosomenpaar van deze koe bevat de informatie voor de vachtkleur.
Bevat het andere chromosoom van dit chromosomenpaar ook informatie voor de vachtkleur?
A
Ja
B
Nee

Slide 15 - Quiz

Waarvoor vinden in het lichaam van een gezonde 90-jarige vrouw celdelingen plaats? (2 antwoorden)
A
Voor de groei
B
Voor het herstellen van beschadigd weefsel
C
Voor het vervangen van oude cellen

Slide 16 - Quiz