adjectives vs adverbs handige oef

Adjectives vs adverbs
bijvoeglijk naamwoord: voor zelfstandig naamwoord
bijwoord (+ly): voor werkwoord, bijvoeglijk naamwoord of ander bijwoord

zelfstandig naamword = waar je de/het voor kan zetten

1 / 13
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Adjectives vs adverbs
bijvoeglijk naamwoord: voor zelfstandig naamwoord
bijwoord (+ly): voor werkwoord, bijvoeglijk naamwoord of ander bijwoord

zelfstandig naamword = waar je de/het voor kan zetten

Slide 1 - Slide

Wat is het bijwoord:
The big man lifted the girl carefully.
timer
0:20
A
big
B
man
C
lifted
D
carefully

Slide 2 - Quiz

Wat is het bijvoeglijk naamwoord:
The big man lifted the girl carefully.
timer
0:20
A
big
B
man
C
lifted
D
carefully

Slide 3 - Quiz

Wat is het bijwoord?
I was very careful with the large hammer.
timer
0:20
A
very
B
careful
C
large
D
hammer

Slide 4 - Quiz

Choose yourself

Slide 5 - Slide

The girl was very ______ (beautiful)
timer
0:30

Slide 6 - Open question

the girl walked over to me _____ (slow)
timer
0:30

Slide 7 - Open question

I _____ (quick) painted the door.
timer
0:30

Slide 8 - Open question

A little bit more difficult.
Je ziet zometeen een zin.
Voeg een bijvoeglijk naamwoord en een bijwoord toe.
Je mag zelf kiezen welke.
1 minuut per zin.

Slide 9 - Slide

Voorbeeld
Zin: They ran to the supermarket
bijvoeglijk naamwoord: large
bijwoord: extremely
Zelf maken: They ran to the extremely large supermarket.

Slide 10 - Slide

I saw a bird
timer
1:00

Slide 11 - Open question

I looked at the cat.
timer
1:00

Slide 12 - Open question

My parents drove to the building.
timer
1:00

Slide 13 - Open question