Kapitel 4 Lektion 1 wwijk

• Duits
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Guten Morgen

Was werden wir heute machen?

- A/C: Uitleg modale hulpwerkwoorden dürfen/können/mögen

- D: Uitleg voorzetsels met de vierde naamval

D: selbständig arbeiten

Was	Lektion 1: 1, 2, 3, 6, 8, 9
Wie	selbständig
Hilfe	Klasgenoot
Zeit	15 Minuten
Fertig	Lees Grammatik A & maak opdracht 11 & 12

Wat betekent:
1. dürfen 2. können 3. mögen

dürfen, können, mögen

mogen, kunnen en houden van

1. Hoe vervoegde je de zwakke werkwoorden? (denk aan feesttenten)

2. Wat verandert er bij de modale hulpwerkwoorden dürfen, können, mögen?

dürfen, können, mögen

2. Wir mögen Fußball.

3. Ich mag meine Freundin.

4. Darfst du mit in die Disko?

5. Ihr ____ gut Ski fahren.

6. Mehmed _____ Pommes frites mit Mayo.

7. Mit 14 Jahren ____ du noch nicht Auto fahren.

8. Wir ________ den ganzen Tag ins Schwimmbad.

AC: selbständig arbeiten

Was	Lektion 1: 1, 2, 9, 10, 11
Wie	selbständig
Hilfe	Klasgenoot
Zeit	15 Minuten
Fertig	Lees Lernbox Lektion 1 & leer de woorden

Wat is een voorzetsel?
Noem een Nederlands voorbeeld

Voorzetsels 4e naamval

- Staat voor een lidwoord, zelfstandig naamwoord of persoonlijk voornaamwoord

5 voorzetsels waardoor er ALTIJD een 4e naamval volgt:

durch, für, gegen, ohne, um

Voorzetsels 4e naamval

Ich laufe durch ________ Stadt (v).

Wir kaufen etwas für __________ Vater.

Er ist gegen _________ Idee (o).

Sie kommen ohne ___________ Geschenk (o).

Aufgabe 10

Fertig

- Wörter Lektion 1 durchlesen

Abschluss

Hausaufgaben:

AC: Lektion 1: 1, 2, 9, 10, 11

D: Lektion 1: 1, 2, 3, 6, 8, 9

Abschlussfrage

Schrijf 1 vraag op die je nog graag wilt stellen na deze les.