Schematiseren: de Cornellmethode tweede jaar



  Schematiseren: Cornellschema
SKILLS
Effectief studeren
1 / 25
next
Slide 1: Slide
SkillsSecundair onderwijs

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson



  Schematiseren: Cornellschema
SKILLS
Effectief studeren

Slide 1 - Slide



- Je krijgt zo meteen 20 woorden te zien.

- Leer en onthoud in 40 seconden zoveel mogelijk woorden.

Start!

Slide 2 - Slide

rug
stuur
brievenbus
hond
potlood
staart
ketting
schoorsteen
agenda
huis

timer
0:40
kop
lamp
keuken
boekentas
rekentoestel
poot
fiets
zadel
trap
brooddoos

Slide 3 - Slide

Hoeveel werkwoorden telt onderstaande zin?

'Als achter vliegen vliegen vliegen vliegen vliegen vliegen achterna.'
A
4
B
3
C
2
D
1

Slide 4 - Quiz

Reken uit:
24 : 2 x 4 =
A
3
B
12
C
22
D
48

Slide 5 - Quiz

Schrijf ze op een briefje.
Hoeveel woorden heb je onthouden?

Slide 6 - Slide

Leer en onthoud nu de volgende 20 woorden.
timer
0:40

Slide 7 - Slide

Wat is de meest noordelijke hoofdstad?

Rome / Parijs / Brussel / Amsterdam
A
Rome
B
Parijs
C
Brussel
D
Amsterdam

Slide 8 - Quiz

Reken uit:
16 X 2 : 8 =
A
2
B
4
C
8
D
12

Slide 9 - Quiz

Schrijf ze bij op je briefje.
Hoeveel woorden heb je nu onthouden?

Slide 10 - Slide

Woorden die geordend zijn kan je makkelijker onthouden.

- Iets nieuws kan je makkelijker in je geheugen opslaan als je het ordent of organiseert.
- Dat kan op allerlei manieren: met schema's, mindmaps, flashcards...
- Eén goede methode om een schema te maken is 
                                                          
                                                                            
Besluit
de Cornellmethode

Slide 11 - Slide

- Je leert wat een Cornellschema is.
- Je leert wanneer je best kiest voor een Cornellschema.
- Je leert hoe je je leerstof kunt organiseren met een Cornellschema.
- Je leert hoe je studeert met behulp van een Cornellschema.
- Je oefent het Cornellschema met behulp van al geziene leerstof.

Wat zal je leren tijdens deze les?
Wat is het doel van deze les?

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video



Wat schrijf je waar in een Cornellschema?

Slide 14 - Slide

OEFENEN
We vullen het Cornellschema aan van Nederlands Campus 1 
D1L3 De bedoeling van de zender
Linkerkolom:
- Vul de woorden in die aan de rechterkant worden uitgelegd of waarvan je rechts voorbeelden krijgt.

Rechterkolom:
- Welke woorden of voorbeelden kan je invullen om de uitleg volledig te maken?

Onderaan
- Hoe kan je de les samenvatten? Wat is de essentie of het belangrijkste van deze les?


Slide 15 - Slide


Vul aan in de linkerkolom

Slide 16 - Open question


Vul aan in de linkerkolom

Slide 17 - Open question


Vul aan in de linkerkolom

Slide 18 - Open question

-Vul nu rechts de 5 tekstdoelen in.
-Geef ook vijf verschillende tekstsoorten en geef telkens een voorbeeld.
- Vat nu in enkele zinnen samen wat de essentie van de les is.

Slide 19 - Slide

Het ingevulde schema
Met dit schema kan je aan de slag
- Dek de linkerkolom af en reproduceer of vertel zelf de informatie in de rechterkolom.
- Dek de rechterkolom af en geef de kernwoorden van de linkerkolom.
- Dek de onderkant af en vertel in je eigen woorden wat de essentie van de les is.

Vergeet niet altijd eerst goed in te prenten wat de titel van je les vertelt!

Slide 20 - Slide

We oefenen met een les Nawe.
Thema ‘Voedselrelaties en diversiteit
1.5 ‘Wat is een voedselkringloop?'
Lees aandachtig het groene theoriekader. Dat is je leerstof.

Slide 21 - Slide


Bij dit theoriekader kan een Cornellschema helpen om de leerstof te organiseren en te verwerken.

Neem je blanco Cornellschema.

Slide 22 - Slide



- Schrijf de titel bovenaan.
- Kijk hoe de leerstof is ingedeeld: 2 grote delen (2 bolletjes) en een tekening. Verdeel je blad horizontaal in 2 delen. Schrijf voor de kantlijn voor elk deel het kernwoord. Onderstreep die 2 kernwoorden.
- Kijk welke woorden je per deel moet kunnen uitleggen. Schrijf ze links en de uitleg rechts.
- Bij deel 2 maak je ook de tekening na.
- Onderaan zet je de essentie/het belangrijkste van de les. Hier is dat het antwoord op de titel.

 

Slide 23 - Slide



Zo zou je schema er ongeveer moeten uitzien.

Slide 24 - Slide

Noteer op het blad dat je van je leraar krijgt, alles wat je nog weet van deze les.
Wat weet je nog van deze les?

Slide 25 - Slide