Vaktheorie Hoofdstuk 1 en 2 oefenvragen

Wat is een voorbeeld van een dienst?
A
een boek
B
een kappersschaar
C
een vergaderruimte
D
een lunch voorbereiden
1 / 15
next
Slide 1: Quiz
WelzijnMBOStudiejaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Wat is een voorbeeld van een dienst?
A
een boek
B
een kappersschaar
C
een vergaderruimte
D
een lunch voorbereiden

Slide 1 - Quiz

Tot welke sector hoort het beroep 'glazenwasser'?
A
Kappersbranche
B
Gastvrijheidssector
C
Sector zorg en welzijn
D
Facilitaire dienst

Slide 2 - Quiz

Tot welke sector hoort een pedagogisch medewerker
A
Gastvrijheidssector
B
Kappersbranche
C
Sector zorg en welzijn
D
Facilitaire dienst

Slide 3 - Quiz

Wat is een zorgvrager?
A
Iemand die vaak om zorg vraagt
B
Iemand die langdurige zorg nodig heeft
C
Iemand die zorg van iemand ontvangt
D
Iemand die zorg aan iemand geeft

Slide 4 - Quiz

Welke mensen wonen in een verpleeghuis?
A
mensen die geopereerd moeten worden
B
mensen die niet meer zelfstandig kunnen wonen
C
mensen die niet graag alleen wonen
D
mensen die thuiszorg nodig hebben

Slide 5 - Quiz

Kim zet alle materialen klaar die ze nodig heeft. Bij welk onderdeel hoort deze taak?
A
voorbereiden
B
uitvoeren
C
afronden

Slide 6 - Quiz

Jill werkt in een verpleeghuis. Haar dienst zit erop. Ze heeft een overdracht met haar collega. In welke situatie is er sprake van een overdracht?
A
Jill geeft haar werkspullen aan haar collega
B
Jill vertelt haar collega wat er gebeurd is tijdens haar dienst
C
Jill vertelt aan haar collega wat ze allemaal moet doen

Slide 7 - Quiz

Wie werkt er volgens onregelmatige werktijden?
A
Mohammed werkt elke dag van 9.00 uur t/m 17.00 uur
B
Daan begint iedere dag op een ander tijdstip
C
Danita werkt van maandag t/m vrijdag van 14.00 -22.00

Slide 8 - Quiz

Een collega van Habib voelt zich niet lekker en vraagt Habib of ze haar uren over wil nemen. Habib werkt later door. Welke eigenschap?
A
communicatief vaardig
B
flexibel zijn
C
bewust handelen
D
representatief zijn

Slide 9 - Quiz

Mariza werkt in een verzorgingshuis en kent de zorgvragers bij naam. Ze weet wat de wensen zijn van de zorgvragers. Welke eigenschap?
A
bewust handelen
B
flexibel zijn
C
probleemoplossend denken
D
representatief zijn

Slide 10 - Quiz

Als assistent dienstverlening moet je representatief zijn. Wat houdt dit in?
A
dat je altijd aardig en klantvriendelijk bent
B
dat je de omgangsregels van een bedrijf kunt toepassen
C
dat je de regels en alle medewerkers goed kent
D
dat je met je uiterlijk en gedrag laat zien dat je bij het bedrijf hoort

Slide 11 - Quiz

Wanneer heb je thuiszorg nodig?(meerdere antwoorden zijn juist)
A
Na een operatie om te herstellen
B
Als je geen zin hebt om schoon te maken
C
Als je diabetes hebt en hulp nodig hebt bij medicatie
D
Als je een groot gezin hebt en veel moet doen

Slide 12 - Quiz

Noem 3 soorten kinderopvang:

Slide 13 - Open question

Wat hoort niet bij een beroepshouding:
A
vriendelijke uitstraling
B
snel werken
C
collegiaal zijn
D
behulpzaam zijn

Slide 14 - Quiz

Waar dient het dragen van bedrijfskleding voor?

Slide 15 - Open question