Informeren: je komt iets nieuws te weten.
Uitleg geven: je krijgt uitleg over hoe iets werkt of in elkaar zit
Overtuigen: je wordt overtuigd dat iemands mening de juiste is.
Overhalen: je wordt aangespoord iets te doen of te kopen.
Mening vormen: je ziet verschillende kanten van een onderwerp en kunt daarover nadenken en je mening vormen
Vermaken: je wordt vermaakt door een verhaal