This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
3.5 Oppervlaktematen
nakijken 3.3
Herhalen 3.1-3.2
uitleg 3.5
Slide 1 - Slide
nakijken 3.3 Inlijsten
maken opgave E5 Blz. 108
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Open question
Slide 4 - Open question
3.5 Werken met verschillende eenheden
Figuur waarbij de zijden verschillende eenheden heeft, dan kan je de zijden niet zomaar met elkaar vermenigvuldigen om de oppervlakte uit te rekenen. Je moet eerst alle eenheden hetzelfde maken.
Slide 5 - Slide
Rechthoek heeft verschillende eenheden.
Slide 6 - Slide
Als de vraag is om de oppervlakte in cm uit te rekenen dan..
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Als de vraag is om de oppervlakte in mm uit te rekenen dan...
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
opp. rechthoek = lengte x breedte
= 4 x3
= 12 cm2
Slide 11 - Slide
In stukken verdelen
Soms moet je figuren in stukken verdelen om de oppervlakte te kunnen berekenen. Meestal in rechthoeken en vierkanten.
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
In deze voorbeeld moet je ook de eenheden omrekenen.