3.4 Oppervlakte Ruit en Vlieger & 3.5 Oppervlaktematen

Welkom bij wiskunde! 
1 / 42
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 2

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Welkom bij wiskunde! 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Programma van de les
Terugblik paragraaf 3.2 & 3.3
Lesdoelen
Uitleg paragraaf 4  & paragraaf 5
Aan het werk
Lesafsluiting 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat is de oppervlakte van dit parallellogram?
A
8x8 = 64cm²
B
56cm² = 7x8
C
7x8 = 56cm
D
64cm = 8x8

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Oppervlakte driehoek GHI is?
A
32x24:2 = 384
B
546= 26 x 42:2
C
42x24:2 = 504
D
520=26 x40:2

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de oppervlakte van deze driehoek?
A
0,5 x 21 x 29 = 304,5 mm^2
B
0,5 x 47 x 21 = 493,5 mm^2
C
21 x 29 = 609 mm^2
D
29 x 47 = 1363 mm^2

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Sleep de stappen van het inlijsten in de juiste volgorde!
Teken een rechthoek om het figuur en nummer de oppervlakten die niet bij het figuur horen
Bereken de oppervlakte van de rechthoek.
Bereken de oppervlakte van de gegeven figuur. Trek de oppervlakte van de genummerde oppervlakte af van de oppervlakte van de rechthoek.
Bereken de oppervlakte van de genummerde oppervlakten en tel ze bij elkaar op.

Slide 6 - Drag question

This item has no instructions

opp = 

lengte x breedte
opp = 

(zijde x hoogte) : 2
inlijsten
opp = 

zijde x hoogte

Slide 7 - Drag question

This item has no instructions

Wat houdt inlijsten in als je de oppervlakte van een vierhoek wilt berekenen?

Slide 8 - Mind map

Inlijsten: een rechthoek om het figuur tekenen en dan de driehoeken die buiten het figuur vallen berekenen en aftrekken  van de oppervlakte van de rechthoek.

Oppervlakte rechthoek- oppervlakte driehoekjes buiten het figuur= oppervlakte figuur.
Hoe bereken je de oppervlakte
met inlijsten?

A
driehoek 1 +driehoek 2 +driehoek 3
B
lengte x hoogte : 2
C
opp. rechthoek - oppervlaktes van de driehoeken
D
lengte x breedte

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de oppervlakte in cm2? (inlijsten)
A
15 cm2
B
8 cm2
C
7 cm2
D
6 cm2

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Doelen van de les
- De leerling kan de oppervlakte van een vlieger of ruit of trapezium uitrekenen 
  • Je kan een ruit, vlieger of trapezium herkennen. 
- De leerling kan werken met verschillende oppervlaktematen. 
  • Je kent de de oppervlaktematen "vierkante-"
  • Je kent de grondoppervlaktematen "-are"
  • De leerling kan de oppervlakte en de omtrek van een cirkel uitrekenen.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Paragraaf 3.3
Naast de vierhoeken die we dit hoofdstuk al geleerd hebben zijn er nog meer:

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Paragraaf 3.4
De oppervlakte van deze vierhoeken bereken je als volgt:
Verdeel de figuur in driehoeken die je kunt uitrekenen. En tel dan deze driehoeken bij elkaar op tot je de oppervlakte hebt.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Video

This item has no instructions

Welkom bij wiskunde! 

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Programma van de les
Terugblik paragraaf 3.2 & 3.3
Lesdoelen
Uitleg paragraaf 4  & paragraaf 5
Aan het werk
Lesafsluiting 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Bespreek opgave 22 met de hoofden bij elkaar.


  • Tijd om zelf uit te rekenen en te bekijken opgave 22.
  • Dan gaan staan en antwoord delen  en hoe je aan het antwoord komt met het team.
  • Samen komen tot een antwoord en uitwerking.
  • Als iederen de antwoorden kan uitleggen ga je zitten.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

oppervlakten vlakke figuren
Vierkant en Rechthoek oppervlakte = lengte x breedte
Parallellogram oppervlakte = zijde x bijbehorende hoogte
Driehoek oppervlakte = 0,5 x zijde x bijbehorende hoogte
Ruit en vlieger oppervlakte = oppervlakte 2 gelijke driehoeken x 2
leer deze uit je hoofd!

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Paragraaf 3.4
Oppervlakte van een cirkel:


Omtrek van een cirkel:

r= straal
2x de straal= diameter.
πr2=oppervlakte
πdiameter=omtrek

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Video

This item has no instructions


De straal van een cirkel is  40 cm.
Bereken de omtrek van de cirkel.
Rond af op 1 decimaal.
A
3,14 cm
B
125,7 cm
C
251,3 cm
D
512,6 cm

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions


De diameter van een cirkel is 5 m.
Bereken de omtrek van de cirkel.
Rond af op 2 decimaal.
A
3,14 m
B
7,09 m
C
10,34 m
D
15,71 m

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Ik heb een cirkel met een diameter van 6 cm. Bereken de oppervlakte van de cirkel
A
28,27
B
18,8
C
113,1
D
9,4

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Wat is groter de straal van een cirkel of de diameter van een cirkel?
A
Straal
B
Diameter

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

De straal van de cirkel is vanuit het midden van de cirkel naar de rand.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

De diameter van de cirkel is van de ene kant van de cirkel naar de andere kant van de cirkel door het midden.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Ik heb een cirkel met een diameter van 900 cm. Bereken de oppervlakte van de cirkel in
m2
A
25446690,0m2
B
254,8m2
C
636172,5m2
D
63,6m2

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Bespreek opgave 44 met de hoofden bij elkaar.


  • Tijd om zelf uit te rekenen en te bekijken opgave 44.
  • Dan gaan staan en antwoord delen  en hoe je aan het antwoord komt met het team.
  • Samen komen tot een antwoord en uitwerking.
  • Als iederen de antwoorden kan uitleggen ga je zitten.

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Extra uitleg of zelfstandig aan het werk? 


  • Maken: paragraaf 3.2 + 3.3


Let op!
Sluit de les niet af!
Begrijp je de uitleg? Dan mag je stil en zelfstandig aan het werk. 

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

 Zelfstandig aan het werk


  • Maken  3.4 omtrek en oppervlakte van een cirkel. 
  • Nakijken 3.2 en 3.3 en 3.4


Let op!
Sluit de les niet af!
timer
10:00

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Lesafsluiting
Met welke formule bereken je de oppervlakte van een driehoek?
Vertel in eigen woorden wat inlijsten is.

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Einde les.
Bedankt en tot de volgende keer!

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

3.5 Oppervlakte ruimtefiguren

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

 3.5 Oppervlakte ruimtefiguren

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

 3.5 Oppervlakte ruimtefiguren
Tekst

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Wat is de oppervlakte van de hele balk?
A
180 cm2
B
164 cm2
C
240 cm2
D
152 cm2

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions

Oppervlakte balk

Slide 38 - Slide

This item has no instructions


Wat is de oppervlakte van het grondvlak van het prisma?
A
12cm3
B
12cm2
C
6cm2
D
6cm3

Slide 39 - Quiz

This item has no instructions

Oppervlakte balk
  1. Schets de uitslag van de balk
  2. Bereken de oppervlakte van de 6 vlakken
  3. Bereken de totale oppervlakte van de balk

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Opg. 35:
oppervlakte cilindermantel?
A
1120
B
11π20
C
5,5π20
D
5,52π20

Slide 41 - Quiz

This item has no instructions

Oppervlakte prisma
Welke vlakke 
figuren 
zie jij in de 
prisma??

Slide 42 - Slide

This item has no instructions