This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Maandag 30-10
Nog 8 weken tot de kerstvakantie ;)
Slide 1 - Slide
K4 - Numo Grammatica
Periode 1 - Woordsoorten
Slide 2 - Slide
Waar zijn we voor de vakantie mee bezig geweest?
Numo Spelling
Betoog over een eigen gekozen standpunt
Slide 3 - Slide
(niet) ingeleverde betogen
Ian
Dehjay
Roy O
Sil Willemsen
Sil vd Vegt (uitstel)
Lever je betoog alsnog in!!!
Slide 4 - Slide
Komende weken
Numo grammatica (woordsoorten). Stukje uitleg van mij en dan zelf aan de slag met Numo. We maken geen sprongtoetsen, maar ik zet taken voor je klaar. Als we door de stof heen zijn, krijg je een klein toetsje met 2 opdrachten.
Leesboekje 3PAK. In dit boekje zitten 3 korte verhalen. Over 2 korte verhalen krijg je een toets. Dit telt allemaal mee.
Slide 5 - Slide
Vandaag
1e uur: Stukje uitleg over woordsoorten, samen in LessonUp oefenen, invuloefening Henk Wijngaard.
2e uur: oefenen in Numo met de taak. Ben je klaar? Pak een leesboekje vooraan.
Slide 6 - Slide
Welke woordsoorten ken je?
Slide 7 - Mind map
Welke woordsoorten moet je kennen?
OEFENINGEN A T/M E
Werkwoord
Zelfstandig naamwoord
Lidwoord
Bijvoeglijknaamwoord
Telwoord
Slide 8 - Slide
Woordsoorten met voorbeeld
Slide 9 - Slide
Soorten telwoorden
Slide 10 - Slide
Oefenen (6 vragen)
Slide 11 - Slide
Kies de juiste woordsoort.
Je moet ook nooit cola drinken bij de computer.
A
Zelfstandig naamwoord (zn)
B
Voorzetsel (vz)
C
Bijvoeglijk naamwoord (bn)
D
Lidwoord (lw)
Slide 12 - Quiz
Kies de juiste woordsoort.
Gisteravond heb ik een film gekeken.
A
Werkwoord (ww)
B
Zelfstandig naamwoord (znw)
C
Bijvoeglijk naamwoord (bn)
Slide 13 - Quiz
Noteer de/het zelfstandig naamwoord(en) (zn) Ons nieuwe huis is mooi en groot.
Slide 14 - Open question
'Ik zag twee vliegen vliegen.' Hoeveel werkwoorden staan er in deze zin?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 15 - Quiz
Kijk naar de volgende zin. Welke woorden horen bij de onderstaande woordsoorten? Je moet sommige woordsoorten vaker gebruiken en niet alle woordsoorten hoef je te gebruiken.
Zelfstandig naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
lidwoord
werkwoord
De
kabouter
zit
op
een
paddenstoel
grote
Slide 16 - Drag question
Kijk naar de volgende zin. Welke woorden horen bij de onderstaande woordsoorten? Je moet sommige woordsoorten vaker gebruiken en niet alle woordsoorten hoef je te gebruiken.
Zelfstandig naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
lidwoord
werkwoord
Voorzetsel
De
dj
draait
op
het
festival
Slide 17 - Drag question
Henk Wijngaard- Met de vlam in de pijp
Vul de ontbrekende woorden in op je blad en zet erachter welk woordsoort het is.