Allerlei maten (smart rekenen H4)

allerlei maten
1 / 22
next
Slide 1: Slide
RekenenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 5 min

Items in this lesson

allerlei maten

Slide 1 - Slide

Grootheden

Slide 2 - Mind map

Slide 3 - Slide

Eenheden

Slide 4 - Mind map

Slide 5 - Slide

Voorvoegsels van Eenheden

Slide 6 - Mind map

Slide 7 - Slide

Zet in volgorde van licht naar zwaar:

kilogram - gram - decigram - milligram

Slide 8 - Open question

Soms kunnen eenheden ook verwarrend zijn. Zoals een ton. Hoeveel is een ton in € en hoeveel is een ton in kilo’s?

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Slide

welke maand heeft geen 30 of 31 dagen? En hoeveel dan wel?

Slide 11 - Open question

wie kent dit ezelsbruggetje?

Slide 12 - Slide

Ik ben over EXACT 5 dagen jarig. Over hoeveel minuten ben ik dan jarig?
A
18000
B
7200
C
72000
D
14400

Slide 13 - Quiz

Analoog en digitaal
We verdelen een dag in 24 uur. Een analoge klok heeft een tijdsaanduiding van 12 uur. Dit betekent dat elk uur 2 keer voorkomt in een dag. Het is bijvoorbeeld een keer 3 uur       ‘s-nachts en een keer 3 uur ‘s-middags. 
3 uur in de middag schrijven we ook wel als 15.00 uur.

Slide 14 - Slide

Schrijf de digitale tijd op

Slide 15 - Open question

Maak gebruik van de rekenkaart!
cem_rekenkaarten_2022_v02.pdf (examensmbo.nl)

Slide 16 - Slide

Hoeveel centimeters is de F1 auto langer dan de smart?

Slide 17 - Slide

Hoeveel cm is de F1 auto langer dan de smart?

Slide 18 - Open question

Temperatuur wordt aangegeven in graden Celsius. (°C) 
Temperatuur kan ook worden aangegeven in Kelvin of Fahrenheit
 
Kelvin: wordt door wetenschappers gebruikt. 0 Kelvin is het absolute 0 punt. (-273,15 ° C) Kouder dan dit kan het niet worden. Bij Kelvin gebruik je niet het woord graden.

Fahrenheit: veel gebruikt in de VS.  0 ° C is 32 ° F. Je kunt echter niet simpelweg 32 er bij optellen. Het wordt via een formule berekend.

Slide 19 - Slide


De temperatuur was het hoogst om ... uur.
A
0:00
B
6:00
C
12:00
D
18:00

Slide 20 - Quiz

In de koeling is de temperatuur 4 ºC.
In de diepvries is de temperatuur 25 graden lager.
Wat is de temperatuur in de diepvries?

A
29
B
21
C
-10
D
-21

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Slide