This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Zintuigen
herhaling bs 1 tm 4
Voorbereiding op PTA woensdag 31-3
Slide 1 - Slide
Prikkels: invloed van buitenaf wat een zintuig in gaat
Slide 2 - Slide
Wat is de prikkel voor elk zintuig?
Geluid
Smaak
Licht
Geur
Slide 3 - Drag question
Zintuigen in de huid:
- Warmtezintuig
- Koudezintuig
- Tastzintuig
-Drukzintuig
- Pijnzintuig
Slide 4 - Slide
Welke prikkel kun je niet waarnemen met je huid?
A
Warmte
B
Licht
C
Druk
D
Pijn
Slide 5 - Quiz
Wat ligt er dieper in de huid?
A
Tastzintuigen
B
Drukzintuigen
Slide 6 - Quiz
Waar liggen de pijnzintuigen in je lichaam?
A
Alleen in je huid
B
Overal in je lichaam
C
Alleen in je organen
D
Alleen in je tong
Slide 7 - Quiz
Joey staat in de keuken af te wassen. Hij steekt zijn hand in het warme afwaswater. Zijn huid gegeven impulsen af zodra hij zijn hand in het water steekt. Welke zintuigen doen dit?
A
Drukzintuigen
B
Koudezintuigen
C
Pijnpunten
D
Warmtezintuigen
Slide 8 - Quiz
1
2
3
4
5
6
7
8
Zintuig -> impuls
Koud water prikkel
Bewustwording
Zenuw
Zenuw
Zenuwen in ruggenmerg
Impuls
Impuls naar hersenen
Slide 9 - Drag question
Neusslijmvlies
-> Laagje slijm dat de neusholten bedekt: waar reukzintuig ligt.
Reukharen
-> Kleine, dunne haartjes die geuren opvangen en er een impuls van maken-> hersenen-> waarneming
Slide 10 - Slide
Smaakzintuig
Zintuigcellen: smaakknopjes
5 smaken:
- Zoet
- Zuur
- Bitter
- Zuur
- Umami (hartig)
Slide 11 - Slide
Als je verkouden bent proef je minder. Waardoor komt dat?
A
Het neusslijmvlies houdt de neusholte niet vochtig
B
De geurstoffen komen door het extra slijm niet bij je reukzintuig
C
Je tong is te droog
D
Je tong is te vochtig
Slide 12 - Quiz
Met welk deel van het centrale zenuwstelsel is de tong verbonden door middel van zenuwen?
A
met de grote hersenen
B
met de kleine hersenen
C
met de hersenstam
D
met het ruggenmerg
Slide 13 - Quiz
Welke prikkel kun je NIET waarnemen met je tong?
A
Zoet
B
Zuur
C
Bitter
D
Geur
Slide 14 - Quiz
Waarom knijpt de vader van dit jongetje zijn neus dicht?
A
Omdat hij niet wil luisteren.
B
Als hij niet kan ruiken, proeft hij het minder.
C
Omdat hij anders zijn mond niet open doet.
D
Dan proeft hij niet dat het zout is.
Slide 15 - Quiz
Geur is de prikkel voor zintuigcellen in de neus.
A
juist
B
onjuist
Slide 16 - Quiz
Welke onderdelen uit het oor ken je?
Slide 17 - Mind map
Volgorde belangrijk!
- Oorschelp
- Gehoorgang
- Trommelvlies
- Gehoorbeentjes
- Slakkenhuis
(omzetten geluid
in impulsen)
- Oorzenuw
- Gehoorcentrum
(in de hersenen)
Slide 18 - Slide
Zet het onderdeel van je oor bij het juiste nummer:
3
4
10
2
7
11
oorschelp
trommelvlies
slakkenhuis
gehoorbeentjes
gehoorzenuw
gehoorgang
Slide 19 - Drag question
In slakkenhuis zitten trilhaartjes.
Trilhaartjes trillen?----> impuls naar hersenen (waarneming: je hoort iets)
Slide 20 - Slide
Welke weg legt geluid / trilling af voordat het bij de zintuigcellen in het slakkenhuis komt?
A
gehoorgang > trommelvlies > gehoorbeentjes
B
trommelvlies > gehoorgang > gehoorbeentjes
C
Gehoorbeentjes > Trommelvlies > gehoorgang
D
Gehoorgang > gehoorbeentjes > trommelvlies
Slide 21 - Quiz
In welk deel van het oor worden prikkels omgezet in impulsen?
A
Trommelvlies
B
Gehoorzenuw
C
Slakkenhuis
D
Gehoorbeentjes
Slide 22 - Quiz
Belangrijkste onderdelen oog
Iris
- Gekleurde deel van het oog
Pupil
- Opening in de iris waar licht
het oog binnen komt.
De lens
- Kan het licht in
het oog scherp
stellen
Slide 23 - Slide
Netvlies
- Acterkant van de binnenkant van de oogbal, bevat zintuigcellen
Gele vlek
- Deel van het netvlies waar meeste zenuwcellen zitten,
scherp zien.
Blinde vlek
- Plek zonder zintuigcellen
op het netvlies.
Slide 24 - Slide
Welk onderdeel van het oog zorgt voor de hoeveelheid licht in het oog?
A
Netvlies
B
Pupil
C
Hoornvlies
D
Lens
Slide 25 - Quiz
De lens in je oog zorgt voor
A
een kleurig beeld
B
een scherp beeld
C
het beschermen tegen stofjes
D
het afsluiten van je oog
Slide 26 - Quiz
Om te zien moet er licht in je oog komen. Via welke onderdelen van het oog komt het licht in je oog?
A
hoornvlies, pupil, lens, netvlies
B
lens, pupil, hoornvlies, netvlies
C
pupil, lens, hoornvlies, netvlies
D
netvlies, pupil, lens, hoornvlies
Slide 27 - Quiz
Wat gebeurd er met je pupil als het donker is?
A
Je pupil verkleurd
B
Je pupil wordt kleiner
C
Dan gaat je ene pupil anders staan dan het andere pupil
D
Je pupil wordt groter
Slide 28 - Quiz
Geef een tip en een top over de online lessen biologie.