What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Vendredi le 11 octobre (H3d-s41)
Menu du jour
- huiswerk bespreken
herhalen imparfait
- herhalen vraagzinnen maken
- herhalen futur
- herhalen woordjes
1 / 27
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
This lesson contains
27 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
60 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Menu du jour
- huiswerk bespreken
herhalen imparfait
- herhalen vraagzinnen maken
- herhalen futur
- herhalen woordjes
Slide 1 - Slide
Huiswerk bespreken
- afmaken herhaling grammaire II: exercices 16G en 16H (2 zinnen maken).
Slide 2 - Slide
Imparfait
Wat is de imparfait ook alweer?
Hoe herken je de imparfait?
Slide 3 - Slide
Wat is de imparfait?
A
beschrijving/gewoonte uit het verleden
B
een actie uit het verleden
Slide 4 - Quiz
Wat is de imparfait?
A
v.t.t. - De voltooide tijd
B
o.v.t. - De verleden tijd
C
o.t.t. - De tegenwoordige tijd
D
De toekomst
Slide 5 - Quiz
imparfait
A
stam+e,es,e,ons,ez,ent
B
stam nous-vorm + ais,ais,ait,ions,iez,aient
C
hele ww+ ai,as,a,ons,ez,ont
D
avoir/être + volt.dw stam+e,u,i
Slide 6 - Quiz
Wat is een imparfait?
A
il finissait
B
il finit
C
il a fini
D
il finait
Slide 7 - Quiz
Imparfait
Zet in imparfait: je + visiter
Slide 8 - Open question
Imparfait
Zet in imparfait: vous + choisir
Slide 9 - Open question
Imparfait
Zet in imparfait: tu + avoir
Slide 10 - Open question
Imparfait
Zet in imparfait: nous + être
Slide 11 - Open question
Welke vraagzin klopt?
A
Est-ce que il va au collège?
B
Est-ce qu'il va au collège?
C
Va-il au collège?
Slide 12 - Quiz
Welke vraagzin klopt?
A
Habite-t-elle à Paris?
B
Est-ce que habite elle à Paris?
C
Habite-elle à Paris?
D
Est-ce que elle habite à Paris?
Slide 13 - Quiz
Welke vraagzin klopt?
A
Est-ce que regardes tu la télé?
B
Regardes tu la télé?
C
Est-ce que tu regardes la télé?
D
La télé tu regardes?
Slide 14 - Quiz
Maak deze zin vragend met est-ce que:
Il a acheté une montre.
Slide 15 - Open question
Maak deze zin vragend met inversie
Il a acheté une montre.
Slide 16 - Open question
De 'futur simple' is de .......
A
tegenwoordige tijd
B
toekomende tijd
C
voltooide tijd
D
verleden tijd
Slide 17 - Quiz
Futur simple =
A
Hele werkwoord + uitgangen avoir
B
Hele werkwoord + uitgangen imparfait
C
stam + uitgangen van avoir
D
stam + uitgangen van imparfait
Slide 18 - Quiz
Futur (simple)
A
Tu vas visiter Paris
B
Tu vas aller Paris
C
Tu visitera Paris
D
Tu visiteras Paris
Slide 19 - Quiz
Zij zullen doen (futur simple)
A
Ils font
B
Ils feront
C
Ils feriont
D
Ils feraient
Slide 20 - Quiz
Futur simple:
Hij zal zijn
A
Il sera
B
Il aura
C
Il ira
D
Il voudra
Slide 21 - Quiz
Zet in de futur:
arriver (elles)
Slide 22 - Open question
Zet in de futur:
rougir (elle)
Slide 23 - Open question
Zet in de futur:
perdre (tu)
Slide 24 - Open question
Zet in de futur:
aller (je)
Slide 25 - Open question
Unité 2 app 1-2-4-6-8
Slide 26 - Slide
Maintenant
- Woorden oefenen met:
1) flitskaarten
2) studygo
3) quizlet
4) andere tool
- p.c, imp en futur via verbuga.eu oefenen
Les devoirs
: Leren voor de toets!
Slide 27 - Slide
More lessons like this
Lundi le 2 octobre (H3c-s40)
October 2023
- Lesson with
16 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Vendredi le 29 septembre (H2c-s39)
September 2023
- Lesson with
18 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
VWO 3 PW 24 maart 2021 (vragen, imparfait, futur, meew. vw)
March 2021
- Lesson with
18 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Lundi le 7 octobre (H3d-s41)
October 2024
- Lesson with
17 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
3h3 10/1 herhalen
January 2022
- Lesson with
12 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
check stof leertoets periode 4
June 2022
- Lesson with
36 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
H4 23-01-2023
10 days ago
- Lesson with
38 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4
H4 23-01-2023
January 2024
- Lesson with
38 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4