This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.
- Zoek het belangrijkste ww in de zin. Vind het doe-woord, het woord zonder welke de zin niet kan
- Kom je er niet uit?
Tip: dan staat het zww meestal achterin de zin en/of is een vd.
Alle werkwoorden die nu nog over zijn, zijn hulpwerkwoord
Kenmerken:
- komen dus voor in zinnen met meer dan 1 werkwoord
- helpen om het gezegde te maken.