This lesson contains 16 slides, with text slides.
2e bijeenkomst
het is een heel natuurlijk en logisch proces, dat je rent/bevriest , je lichaam het overneemt van je geest als er iets heel levensbedreigends gebeurt. En als dat gebeurt, dan heb je daar zelf eigenlijk geen invloed meer op. Bij faalangst is het alleen geen levensbedreigende situatie. Dus als je lis-chaam het dan overneemt van je geest , belemmert je dat. ( bijv. vrachtwagen die hard op je inrijdt versus bevriezen tijdens toets)
slide 5 t/m 8 ff doorlezen als docent voordat je leerlingen het schema slide 9 op papier geeft , eerst oefenen met een leeg bord zodat ze zelf erop komen dat je gedachten kan beinvloeden )
g denken schema voor docent : ( schema nog niet uitdelen , maar gewoon op leeg bord)
Gebeurtenis: beschrijf zo precies mogelijk de gebeurtenis , met wie wie wat waar hoe wat precies wanneer
dan eerst naar gevoel/gedrag vragen zonder get woord gedachten te zeggen
g denken vervolg voor docent:
gebeurtenis/ gevoel; gedrag zoals het was tijdens die gebeurtenis
Wat zou je hebben gewild, dus
gebeurtenis
gevoel / gedrag tijdens deze gebeurtenis
gewenst gedrag/ gevoel tijdens de gebeurtenis
sommige mensen hebben meteen al dit wens gedrag ( vinden bijv. een spreekbeurt houden of een tentamen maken leuk) hoe komt dat ?
dan komen ze waarschijnlijk zelf op gedachten: je hebt controle over je gedachten....
wat dacht je tijdens die gebeurtenis/ wat waren onhandige /niet helpende gedachten ( waarom denk niet iedereen zo / hebben anderen hier geen last van)
als mensen veel stress gedachten hebben: kies de meest sterke gedachte....
ken je iemand die hier geen last van heeft, hoe komt dat, wat zal die gene denken
welke onhandige , niet helpende gedachten heb jij
Is het 100% waar wat jij denkt / die ander denkt / is het helpend/ helpt het bij de doelen die ik mezelf stel ( hoe wil ik me voelen, hoe wil ik dat mijn gedrag is/wordt)
schrijf je wens gedachten op en bedenk telkens : is dit waar en helpt het mij?
Want wat bij een ander wel werkt hoeft niet persé bij jou te werken. Dus kies een gedachte ( of meer) die jou helpt .
STAPPENPLAN:
A GEBEURTENIS: (omschrijf spannende gebeurtenis, wie , met wie , wat, waar , wanneer , hoe?)
C GEVOEL / ( zoals het was bij die gebeurtenis, wat voelde je (wat zien anderenaan jouw gedrag, wat gebeurt er met je?)
B (onhandige /niet helpende ) GEDACHTEN (schrijf hier op welke gedachten deze gebeurtenis bij je oproepen)
E (wens/helpende ) wens GEVOEL/GEDRAG ( schrijf hier op wat je zou willen , hoe zou je je willen voelen, hoe zou je je willen gedragen)
Stel bij elke gedachte 2 vragen:
- Is deze gedachte 100% waar?
- Helpt deze gedachte bij het doel dat ik mezelf stel?
D (wens/helpende ) GEDACHTEN ( schrijf hier gedachten op die jou helpen je doel te bereiken )
Beschrijf hoe je met de helpende gedachten in deze situatie voelt: nieuwe gevoelen/gedrag
energizer aan het begin:
- neem een letter in je hoofd van het eerste woord dat in je op komt als je denkt aan de afgelopen tentamen week / ga op alfabetische volgorde staan en wissel de woorden met elkaar uit
- neem een letter in je hoofd van het eerste woord dat in je op komt als je denkt aan de cijfers die je hebt gehaald in die week / ga op alfabetische volgorde staan en wissel de woorden met elkaar uit
-
energizer aan het eind ( voor de metafoor)
neem een letter in je hoofd van het eerste woord dat in je op komt als je denkt aan wat je meeneemt aan deze bijeenkomst
4e bijeenkomst