Spaans comida mediterranea

Spaans
Het mediterrane dieet
1 / 40
next
Slide 1: Slide
SpaansMBOStudiejaar 1

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Spaans
Het mediterrane dieet

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

¡Bienvenidos a la clase de español!

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Voorkennis quiz
Spaanse taal en cultuur

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Hoe kun je iemand begroeten in het Spaans?
A
Ola
B
Holla
C
Hola
D
Hello

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Waar wordt Spaans NIET gesproken?
A
Argentinië
B
Brazilië
C
Paraguay

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Spaans wordt door 500 miljoen mensen in 31 landen gesproken
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Een bekend Spaans gerecht is
A
geitenkaas
B
pasta pesto
C
paella
D
tacos

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

de ingrediënten van het mediterrane dieet
              La dieta mediterránea
                                     =
                 het mediterrane dieet

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Wie eet zoals mensen eten in landen rond de Middellandse Zee, is gezond bezig! 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Mediterraans eten is wat ze traditioneel doen in de landen rond de Middellandse Zee. Maar welke landen liggen aan de middellandse zee?

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

de ingrediënten van het mediterrane dieet
Los ingredientes de la dieta mediterránea
                                     =
de ingrediënten van het mediterrane dieet

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Fruta y verdura
Pollo
Pescado
Carne
Aceite de oliva
Queso

Slide 12 - Drag question

This item has no instructions

Spaanse eetgewoonten

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Video

This item has no instructions


De lunch, comida, wordt tussen 14.00 en 15.00 uur gegeten.
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

De Spanjaarden eten 's avonds (cena) pas op een laat tijdstip, vooral in weekenden en tijdens de zomer pas tussen 21.00 - 22.00 uur.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

De cena is normaal gesproken minder uitgebreid dan de middag/comida
A
waar
B
niet waar

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Desayuno
Comida
Cena

Slide 18 - Drag question

This item has no instructions


Post een foto van je favoriete tapa of Spaanse gerecht

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

El verbo gustar 

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Gustar betekent = leuk vinden of houden van (letterlijk: bevallen_.
Hoewel het een werkwoord is op -AR, is het anders dan de andere werkwoorden!

El verbo gustar
GUSTA
GUSTAN
en
Wat je leuk vindt is:
  • Enkelvoud
  • Werkwoord(en)
Wat je leuk vindt is:
  • Meervoud
Voorbeelden:
Me gusta el gato.
Ik vind de kat leuk.
De kat bevalt mij

Me gustan los perros
Ik vind de honden leuk

Me gusta hablar español 
Ik vind Spaans spreken leuk.




Meestal gebruik je alleen:

Slide 21 - Slide

This item has no instructions


Het Spaanse werkwoord gustar is nooit alleen. Het werkwoord gustar geeft aan wat je leukt vindt. En daar voor komt altijd een meewerkend voorwerp, die geeft aan wie iets leuk vindt. 


Ik-vorm (yo) =    me gusta ...         +           me gustan ...

Jij-vorm (tú) =    te gusta ...           +            te gustan ...


El verbo gustar

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

               Het werkwoord gustar bestaat dus uit 2 delen. 





El verbo gustar
1
2
ME (ik)
TE (jij)
GUSTA
GUSTAN
+
Geeft aan wie iets leuk vindt.
Geeft aan wat je leuk vindt.
enkelvoud, werkwoorden
meervoud

Slide 23 - Slide

This item has no instructions


Het Spaanse werkwoord gustar is nooit alleen. Het werkwoord gustar geeft aan wat je leukt vindt. En daar voor komt altijd een meewerkend voorwerp, die geeft aan wie iets leuk vindt. 


Ik-vorm (yo) =    me gusta ...         +           me gustan ...

Jij-vorm (tú) =    te gusta ...           +            te gustan ...


El verbo gustar

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Je gebruikt ook altijd een lidwoord (el/la/los/las), in het Nederlands doe je dat niet altijd.
Voorbeeld: Me gustan las pizzas > Ik hou van pizzas. 

Ik-vorm (yo) =    me gusta ...         +           me gustan ...
Jij-vorm (tú) =    te gusta ...           +            te gustan ...


El verbo gustar
Me gusta la pizza. 
Me gustan las pizzas.
¿Te gustan las pizzas?
VOORBEELD:
Ik hou van pizza.
Ik hou van pizzas.
Hou jij van pizzas?

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

¡A practicar!
Me gusta
Me gustan

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Libros

Slide 27 - Slide

Me gusta = staan
Me gustan = zitten
Casa

Slide 28 - Slide

Me gusta = staan
Me gustan = zitten
las patatas fritas

Slide 29 - Slide

Me gusta = staan
Me gustan = zitten
el español

Slide 30 - Slide

Me gusta = zitten
Me gustan = staan
hablar mucho

Slide 31 - Slide

Me gusta = staan
Me gustan = zitten
.. ...... la pasta
A
me gustan
B
me gusta

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

.. ...... hablar inglés.
A
me gustan
B
me gusta

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

.. ..... Mallorca
A
Me gusta
B
Me gustan

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

No me gusta ...
Ontkenning:
No betekent zowel nee als niet!
Soms noteer je het woord dus 2x achter elkaar. 
Plaats:
Het komt er altijd voor te staan.
Kijk maar naar het voorbeeld.







Voorbeeld: ¿Te gusta el español? – Sí, me gusta el español of
                                                                  No, no me gusta el español
                       Vind je Spaans leuk? - Ja, ik vind Spaans leuk of
                                                                 Nee, ik vind Spaans niet leuk. 

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

.. ..... jugar al futbol
A
me gusta
B
me gustan
C
no me gusta
D
no me gustan

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

Geef antwoord:
Te gusta el sol?

Slide 37 - Open question

This item has no instructions

Luister en kijk
Vul de ontbrekende woorden in

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Ik kan 'me gusta' in een zin gebruiken
Zeker
Soms
Nee
Me gusta??

Slide 39 - Poll

This item has no instructions

Slide 40 - Video

This item has no instructions