2.1 (deel 1)

Welkom

Leerlingen van 

G3 A en B.
1 / 15
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Welkom

Leerlingen van 

G3 A en B.

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen deze les?

  • Toets bespreken
  • Uitleg deel 1 van paragraaf 2.1
  • Maken opdrachten 2.1 (t/m opdr. 9)

Slide 2 - Slide

Voor het bespreken:

  • Je krijgt je toets terug
  • Controleer je aantal punten in de kantlijn
  • Controleer je cijfer met de formule op het bord
  • Wacht rustig tot we gaan beginnen
Tijdens het bespreken:

  • We zijn stil
  • Individuele vragen bewaar je tot na het bespreken
  • Klassikale vragen mogen wel (vinger opsteken, niet gaan roepen)
Ik kom na het bespreken bij iedereen langs

Slide 3 - Slide

Leerdoelen 2.1
  • Je kan de spaarmotieven benoemen
  • Je kan uitleggen wat rente is
  • Je kan voorbeelden van spaarvormen noemen
  • Je kan rekenen met enkelvoudige rente

  • Je kan rekenen met samengestelde rente
  • Je kan voorbeelden noemen van beleggen en de risico's

Slide 4 - Slide

Lees


Lees in stilte de teksten 'Waarom spaar jij?' & 'Waarom wordt je spaargeld meer waard?' op blz. 36
Tijd: 1,5 minuut


timer
1:30

Slide 5 - Slide

Spaarmotieven
Redenen om te sparen (= spaarmotieven)
  1. Sparen voor een bepaald doel
  2. Sparen uit voorzorg
  3. Sparen voor rente
Sparen = een deel van je geld niet direct uitgeven, maar bewaren. Je stelt het consumeren uit tot een later tijdstip.

Slide 6 - Slide

Spaarmotieven
Sparen voor een doel
Sparen uit voorzorg
Sparen voor rente

Slide 7 - Slide

Wat levert sparen op?
Rente (Interest) is een beloning voor het sparen

Slide 8 - Slide

Maak
Maak opdracht 1 en 2 van paragraaf 2.1
Hoe? In stilte
Hoelang? 3 minuten

Vragen? Je mag ze stellen tijdens het tweede blok zelfstandig werken
Klaar? Kijk alvast naar de formule op blz. 38
timer
3:00

Slide 9 - Slide




  • Variabele rente
  • Vrij opneembaar
  • Opnemen en storten is altijd mogelijk  



  • Vaste rente
  • Niet vrij opneembaar 
  • Opnemen en storten tijdens de looptijd niet mogelijk               
Spaarrekening
Spaardeposito

Slide 10 - Slide

Spaarvormen
  • Spaarrekening: geld is vrij opneembaar, variabele rente.
  • Spaardeposito: geld staat voor langere tijd vast, vaste rente.
Wil je toch eerder geld opnemen --> opnameboete/boeterente

Variabele rente: de bank kan het rentepercentage veranderen
Vaste rente: het rentepercentage staat vast gedurende een afgesproken periode.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Voorbeeld 
Melissa heeft €1800 op een spaarrekening staan. De bank geeft 5% rente. Bereken de rente na 1 jaar, 2 jaar en 3 maanden.

  • 5% rente = 5 : 100 = 0,05
  • Rente na 1 jaar =  0,05 x €1800 x 1 = €90,00
  • Rente na 2 jaar = 0,05 x €1800 x 2 = €180,00
  • Rente na 1 maand = 0,05 x €1800 x (3/12) = €22,50

Slide 13 - Slide

Enkelvoudige rente
Enkelvoudige rente = rentepercentage* × beginkapitaal × aantal periodes
*Rentepercentage  : 100

Spaarbedrag: €1.650,-
Rentepercentage: 6%

a. Bereken de rente na 1 jaar.
b. Bereken de rente na 5 jaar.

Slide 14 - Slide

Ga aan de slag!

Maak opdracht 1 t/m 9 van paragraaf 2.1

Tijd: tot het eind van de les
Je mag fluisterend overleggen

Slide 15 - Slide