Instructie 13.5 Weefselvloeistof en lymfe max

1 / 21
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

basisstof 5
Lees blz 132 tm 133
timer
10:00

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Het lymfevatenstelsel herhaling

Slide 9 - Slide

Opbouw
  • Loopt naast de bloedsomloop
  • Zeer wijd en vertakt
  • Begint bij de organen

Bestaat uit:

  • Lymfevaten
  • Lymfe vloeistof
  • Lymfe weefsel 

Slide 10 - Slide

Functie
  • Vervoeren van weefselvocht / lymfe
  • Het verwijderen van schadelijke stoffen

Lymfevatensystemen:

  • Oppervlakkige lymfevaten
  •  Diepere lymfevaten

Slide 11 - Slide

Grote lymfevaten
  • Rechter lymfebuis
  • Borstbuis 

Slide 12 - Slide

Bloedvatenstelsel

  • Bloed stroomt snel.

  • Het bloed heeft een eigen pomp (het hart).

  • Het stelsel is een gesloten systeem.

  • Het staat vocht af aan weefsels.
Lymfestelsel

  • Lymfe stroomt langzaam.

  • Lymfe heeft geen eigen pomp.

  • Het stelsel heeft geen beginpunt.

  • Het brengt vocht terug in de bloedbaan.

Slide 13 - Slide

Lymfeknopen
  • Hals
  • Oksels
  • Darmen
  • Liezen

Functie:

  • Filteren van de lymfe
  • Eerste uitzaaiingen kankercellen 
  • Lymfecellen

Milt en thymus (T-lymfocyten) zijn ook lymfeknopen. 
Ze maken lymfecellen aan. 

Slide 14 - Slide

Wist je dat ... 
... de milt de grootste lymfeknoop is?

Taken:

  • Afbraak van rode bloedcellen
  • Vorming van nieuwe rode bloedcellen
  • Vorming van lymfecellen
  • Het zuiveren van bloed en lymfe
  • Bloedreservoir

Slide 15 - Slide

Weefselvloeistof
Lymfe
Bloedplasma
Vocht buiten de haarvaten; kan O2, witte bloedcellen, voedingsstoffen, CO2 en andere afvalstoffen bevatten
Deze vloeistof bestaat uit water met opgeloste stoffen en witte bloedcellen
In deze vloeistof zitten geen bloedcellen of bloedplaatjes

Slide 16 - Drag question

Witte bloedcellen kunnen in lymfe zitten
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz

Hier zie je een afbeelding van een lymfevat.
In welke richting stroomt de lymfe?
A
Richting A
B
Richting B

Slide 18 - Quiz

Op welke plaats worden antistoffen gemaakt?
A
Borstbuis
B
Weefselvloeistof
C
Lymfeknoop
D
Lymfe

Slide 19 - Quiz

Wat bevindt zich op plaats P?
A
Bloed
B
Lymfe
C
Weefselvloeistof
D
Plasma

Slide 20 - Quiz

Sleep de onderdelen naar de juiste plaats. 
Slagader
Haarvaten
Ader
Lymfevat
Weefsel- vloeistof
Lymfe-vloeistof
Bloedplasma
Bloedplasma

Slide 21 - Drag question