medicatie

Medicatie
1 / 47
next
Slide 1: Slide
VerzorgendeMBOStudiejaar 4

This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Medicatie

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat is het doel van medicatie?

Slide 2 - Open question

This item has no instructions

Doel van medicijnen
- preventief/profylactisch
- curatief/causaal
- symptomatisch (placebo)
- substitutie
- diagnostisch

Slide 3 - Slide

Preventief/profylactisch = voorkomen van een ziekte (bijv. vaccinatie of middelen tegen wagenziekte)

curatief /causaal= bestrijden van de oorzaak dus behandeling (antibiotica keelontsteking) en uiteindelijk genezing

symptomatisch= symptomen aanpakken bijv. ontstekingsremmende pijnstilling 

substitutie = aanvullen van tekorten (bijv. testosteron of insuline)

diagnostisch= om een diagnose te kunnen stellen bijv. radio actieve vloeistof bij een pet scan





Vormen van medicijnen

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Meer uitleg

Slide 5 - Slide

Tabletten, dragees en capsules kunnen zo gemaakt zijn dat de werkzame stof niet in de maag, maar pas in de dunne darm vrijkomt. Hierdoor kan het maagzuur het medicijn niet aantasten.
Deze medicijnen mogen nooit gekauwd, gebroken of gemalen worden.

Zetpillen bestaan uit een gemakkelijk smeltende stof waarin de geneesmiddelen zijn verwerkt. Het geneesmiddel wordt via de slijmvlieswand van de darmen snel in het bloed opgenomen.


Toedieningswegen
- enteraal = 
via het maag-darmstelsel -> meestal algemene werking (systematisch)

- parenteraal 
= via injectie/infuus of door difussie-> systematische of lokale werking

-topisch = 
via de huid en alleen lokaal/plaatselijk
 


Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Toedieningswegen
- oraal 
-rectaal
- sublinguaal
- injectie (subcutaan, intraveneus, intramusculair, intra-articulair, intra cardiaal, intralumbaal en epiduraal)
- inhalatie
- transdermaal
-vaginaal


Slide 7 - Slide

oraal = via de mond 

rectaal = via de anus

sublinguaal = onder de tong (hartproblemen, epilepsie)

transdermaal = via pleister (lokale toediening maar soms systemische werking denk maar aan nicotine pleister)

inhalatie = tracheaal via luchtpijp of nasaal via neus (astma) soms lokaal soms systematisch

vaginaal = via de vagina (anti schimmel)




enteraal:​
oraal, sublinguaal,​
rectaal, per sonde​

parenteraal:
door de huid, via de luchtwegen, via (neus)slijmvlies,​

via injectie:
subcutaan = s.c. ​
intraveneus=i.v.​
intramusculair=i.m.​
intrathecaal (in het hersenvocht via een ruggenprik)

   



Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Bewaren van medicatie
Medicatie dien je droog en op een donkere plek te bewaren

Zetpillen, drankjes en druppels blijven beter houdbaar in een koele omgeving

Opiaten dienen achter slot en grendel bewaard te worden!!!!!

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Zo nodig medicatie
afkorting z.n

Dit medicijn wordt niet standaard gegeven maar alleen als er een bepaald symptoom optreedt. 
Jij dient een inschatting te maken of je het geneesmiddel wat z.n staat voorgeschreven wel of niet geeft.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Controleer dit altijd!!
Maal of breek alleen als je zeker weet dat het mag.





Zo niet? Eerst goedkeuring vragen van een arts of apotheker.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Weigeren
- rustig blijven
- uitleggen waarom
- korte tijd later opnieuw aanbieden
- cliënt medicatie laten controleren
   (bij wantrouwigheid)
- de tijd nemen, grapje maken
   (bij spanning) 




Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Overleg met de arts
Twee keuzes:
- Akkoord gaan met de weigering van de cliënt
- Indien van toepassing: medicatie onder dwang

Wanneer?
- geen veiligheid meer  voor cliënt of omstanders
- bij ernstig nadeel voor de eigen gezondheid

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Braken of diarree
Maaginhoud komt eruit
Kan invloed hebben op de opname van het medicijn

nooit zomaar nieuwe dosis geven. Altijd overleggen met arts of medische dienst

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Video

This item has no instructions

Week 5

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Risico's medicijngebruik
  • Bijwerkingen
  • Cumulatie---->
  • Interactie
  • Verslaving
  • Gewenning/tolerantie

Slide 17 - Slide

Bijwerkingen:
Niet gewenste en schadelijke effecten van een geneesmiddel
waarvan de gebruikelijke dosering is gegeven

Cumulatie: Wanneer het middel te vaak
wordt gegeven is de vorige
dosis nog niet voldoende
uitgescheiden en stijgt de
plasmaconcentratie
vootdurend. Dan ontstaat
ophoping of cumulatie van
het geneesmiddel tot
toxische of zelfs lethale
dosis

interactie:
Een wisselwerking tussen medicijnen die tot verandering in de werking en bijwerkingen kunnen leiden

gewenning: Je lichaam went aan het medicijn en je hebt een steeds hogere dosis nodig om hetzelfde effect te ervaren.


Contra-indicatie
Een reden om het medicijn NIET te gebruiken omdat het medicijn een aandoening of ziekte verergert.
absoluut = absoluut niet geven

relatief = oppassen bij het geven

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Medicatieproces
  1. Voorschrijven medicatie door arts op recept (3 maanden geldig)
  2. Klaarmaken en afleveren medicatie door apotheek
  3. afspraken maken met de cliënt over verantwoording
  4. uitzetten van medicatie
  5. aanreiken van medicatie
  6. inname van medicatie door cliënt
  7. registreren en aftekenen van medicatie
  8. Signaleren en rapporteren van (bij)werkingen
  9. Evaluatie van de behandeling
  10. overdracht van medicatie bij verhuizing van de cliënt

Taken Helpende

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Recept, wat staat erop?

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Wat staat erop?

Naam, adres en telefoonnummer arts
Datum
R/ (generieke) naam geneesmiddel, toedieningsvorm, sterkte
de wijze van gebruik van het geneesmiddel (oraal/ rectaal/ enz)
bijzondere aanwijzingen
Paraaf of handtekening 
Naam, adres patiënt en geslacht/geboortedatum eventueel

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Bewaren van medicatie

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Altijd in originele verpakking
< Baxter 

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Controleren van medicatie
Bijsluiter
Regel van 5

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Bijsluiter
  • Samenstelling
  • Indicatie: waar wordt het middel voor gegeven?
  • Werking
  • Dosering *
  • Bijwerkingen
  • Gebruik tijdens zwangerschap
  • Wijze van inname
  • Waarschuwingen 
  • Werkzame stof en hulp/vulstoffen
Alles moet benoemd worden op bijsluiter i.v.m.
overgevoeligheid
CBG

Slide 25 - Slide

waarschuwingen
Met welke geneesmiddelen gaat het middel
niet goed samen
• Niet innemen met melk, grapefruitsap…

• Wanneer kun je het beter niet innemen
(contra-indicatie)

hulpzame stoffen of vulstoffen
bijvoorbeeld zetmeel
Extra aandacht is nodig bij oudere zorgvrager omdat:

– vaak lever/nieren minder goed werken
– veel verschillende medicijnen worden gebruikt die elkaars
werking kunnen beinvloeden (interactie)
– veel ziekten naast elkaar, wat eventuele bijwerkingen soms
kan maskeren
– vaak orthostatische hypotensie bij bloeddrukverlagende
medicijnen (val risico!)
– soms therapie-ontrouw
(door vergeetachtigheid, slechtziendheid, problemen met
inname (o.a. inhalatie))

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Therapie trouw/ ontrouw
https://www.pharos.nl/factsheets/medicijngebruik-bij-patienten-met-beperkte-gezondheidsvaardigheden/#:~:text=Therapietrouw%20(algemeen),breken%20de%20behandeling%20voortijdig%20af.

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Week 6

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Wat check je bij het geven van medicatie?

Slide 29 - Open question

This item has no instructions

Juiste tijd
Juiste persoon
Juiste medicijn
Juiste dosering
Juiste toedieningswijze

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Tips medicatieveiligheid
  • Voel je je bekwaam in voorbehouden en risicovolle handelingen?
  • Wees je bewust van de risico’s in het medicatieproces
  • Noteer afspraken over medicatie toedienen in het zorgplan
  • Als zorgmedewerker heb je een signalerende functie
  • Zorg voor een duidelijke toedienlijst en actueel medicatieoverzicht

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

  • Let op dat de medicijnen goed bewaard worden
  • Zorg ervoor dat je ongestoord kunt werken met medicatie
  • Dubbele controle van risicovolle medicijnen is voor de veiligheid van de cliënt
  • Meld altijd medicatiefouten

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Slide 33 - Video

This item has no instructions

Herhaling
inhalatie medicatie
Gevaar slaapmedicatie
medicinale pleisters
AB 
placebo/ symptoombestrijder
Retard
Bevoegd/ bekwaam
oog/ oordruppels

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Voorbehouden handelingen:
* Is een groep van (14) risicovolle handelingen die zijn vastgelegd in de Wet BIG (ww.nursing.nl/overzicht-van-voorbehouden-en-risicovolle-handelingen).

* Alleen beroepsmatig verrichten op basis van bevoegdheid.
*Alle voorbehouden handelingen zijn risicovol.

Risicovolle handeling:
*Niet beschreven allemaal in Wet BIG.

 *Zijn handelingen die bij de uitvoering van de handeling risico’s meebrengen voor de cliënt

*Zorgverleners moeten aan dezelfde eisen voldoen als bij de voorbehouden handelingen.




Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Test vragen

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Wat is een contra-indicatie?
A
een reden om een medicijn te geven
B
een reden om het medicijn NIET te geven
C
verslaving
D
giftige hoeveelheid

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions

Een dragee is...
A
een zetpil
B
een tablet met een suikerlaagje
C
een soort injectie
D
een bruistablet

Slide 38 - Quiz

This item has no instructions

Wat wordt verstaan onder cumulatie van medicijnen?
A
te veel medicijnen
B
ophoping van medicijnen
C
afhankelijkheid
D
steeds meer nodig voor dezelfde werking

Slide 39 - Quiz

This item has no instructions

welke medicatiefouten worden er veel gemaakt?
(meerdere antwoorden mogelijk)
A
Te laat gegeven
B
Verkeerde cliënt
C
Te hoge of lage doseringen
D
Verkeerde combinaties

Slide 40 - Quiz

This item has no instructions

Wie heeft de bevoegdheid om medicatie uit te schrijven?
A
De arts
B
De verpleegkundige
C
De verzorgende
D
De apotheek

Slide 41 - Quiz

This item has no instructions

Wat doe je als eerste als er een medicatiefout is gemaakt?
A
Melden bij leidinggevende
B
MIC invullen
C
Huisarts/arts raadplegen
D
Onderzoeken waarom het fout gegaan is

Slide 42 - Quiz

This item has no instructions

De reden waarom iemand een medicijn voorgeschreven krijgt noemen we een:
A
contra-indicatie
B
indicatie

Slide 43 - Quiz

This item has no instructions

Voorbeeld van een symptoombestrijder is ......
A
Antibiotica
B
Hormonen
C
Pijnstiller
D
Maagmiddel

Slide 44 - Quiz

This item has no instructions

Medicatie die oraal of rectaal wordt ingenomen noemen we een ....... toediening
A
Enterale
B
Parenterale

Slide 45 - Quiz

This item has no instructions

Oraal betekent..
A
medicijnen via de anus
B
medicijnen via de huid
C
medicijnen via een injectie
D
medicijnen via de mond

Slide 46 - Quiz

This item has no instructions

Zet de handelingen van inhaleren in chronologische volgorde:

Slide 47 - Open question

This item has no instructions