zie opdracht 19.
Klant: koop 3 producten, vraag hulp aan de supermarkt-medewerker.
Supermarktmedewerker: vertel waar de artikelen te vinden zijn.
Inleveren via ELO, uiterlijk morgen.
-Spreek vooraf de naam van klant en van de supermarktmedewerker in.
-Spreek duidelijk.