This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slide.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Herhaling
MAW hoofdstuk 7, 8 en 9
Slide 1 - Slide
Welk paradigma is geïnteresseerd in waarden en opvattingen die collectief worden gedragen en daarmee zorgen voor binding in een samenleving.
A
Rationele actor paradigma
B
Sociaal Constructivisme
C
Conflict paradigma
D
Functionalisme
Slide 2 - Quiz
Welk paradigma is geïnteresseerd in het onderzoeken van (structurele) conflicten die er tussen verschillende groepen kunnen bestaan
A
Rationele actor paradigma
B
Sociaal Constructivisme
C
Conflict paradigma
D
Functionalisme
Slide 3 - Quiz
KERNCONCEPT Politieke institutie (1)
Een van min of meer geformaliseerde die het van mensen en hun onderlinge rond politieke machtsuitoefening en politieke reguleren.
complex
regels
gedrag
relaties
besluitvorming
Slide 4 - Drag question
Informele groepen
Formele groepen
Er is sprake van een hiërarchie
Alle leden van de groep hebben een rol
Er zijn doelen en normen voor de groep
Regels zijn vastgelegd op papier
Mensen kennen elkaar goed
Mensen voelen zich emotioneel verbonden met elkaar
Geen officiele of vastliggende afspraken
Slide 5 - Drag question
Een stam die jarenlang had rondgetrokken door Afrika bleef uiteindelijk in Kenia wonen. Ze hadden dezelfde dingen meegemaakt en kenden elkaar door en door.
A
Etnie
B
Natie
Slide 6 - Quiz
§7.2 Analyse
Cognitieve machtsbron
Economische machtsbron
Affectieve machtsbron
Politieke machtsbron
Slide 7 - Drag question
Modernistische school
Nationalistische school
Natie --> Staatsvorming
Staat --> Natievorming
Invented traditions
Naties zijn ontstaan in de middeleeuwen
Sociale cohesie is wenselijk
Verhalen en mythen zijn belangrijk
Tradities zijn belangrijk
Als strategie om het volk te binden stelt een vorst een nationale taal in
Een groep deelt dezelfde cultuur en wil nu een staat.
Slide 8 - Drag question
Een conservatieve houding hebben betekent
A
Geweld willen gebruiken
B
Niets zien in de overheid
C
Terug willen naar de samenleving zoals die was
D
De bijbel volgen
Slide 9 - Quiz
De Friezen hebben zich lang geleden in Nederland gevestigd en leven nog steeds aan de Noordzeekust. Ze zijn in Nederland als nationale minderheid erkend.
A
Etnie
B
Natie
Slide 10 - Quiz
Etnie
Natie
Volk dat een eigen staat wil vormen
Volk zonder staat
Een groep mensen die op een onbewoond eiland terechtkwam, besloot daar te gaan wonen en er later een staat te vestigen
De Friezen hebben zich lang geleden in Nederland gevestigd en leven nog steeds aan de Noordzeekust. Ze zijn in Nederland als nationale minderheid erkend.
Volk dat in een eigen staat woont
Italian Americans
Slide 11 - Drag question
Anarchisten
A
zijn tegen de overheid
B
gaan ervan uit dat mensen goed en sociaal zijn.
C
zijn voor samenwerking
D
A,B en C zijn juist
Slide 12 - Quiz
Volgens Hitler zal de sterkste groep uiteindelijk overwinnen. Dit past bij het
A
Conflictparadigma
B
Rationele-actorparadigma
C
Functionalismeparadigma
D
Interactieparadigma
Slide 13 - Quiz
De kenmerken van een staat zijn
Slide 14 - Open question
WELKE STELLING IS JUIST / ONJUIST?
1) De definitie van een staat = het bestuur van een samenleving
2) Een sociale institutie is een aanvaarde set van normen rondom een bepaald aspect van het samenleven van mensen
A
1 is juist, 2 is onjuist
B
1 is onjuist, 2 is juist
C
beide zijn juist
D
beide zijn onjuist
Slide 15 - Quiz
Gezag
Representatie
Representativiteit
Mensen luisteren naar je
50% van Alkmaar is vrouw dus is de helft van de gemeenteraad vrouwelijk
Mensen stemmen op volksvertegenwoordigers
Slide 16 - Drag question
KERNCONCEPT Representativiteit (1)
De mate waarin de (politieke) , de of achtergrondkenmerken van vertegenwoordigers met die van de groep die wordt.
vertegenwoordigd
besluiten
standpunten
overeenkomen
Slide 17 - Drag question
Afspiegelingsmodel
Rolmodel
Partijenmodel
De volksvertegenwoordiging moet zoveel mogelijk lijken op de samenstelling van de bevolking.
Representativiteit van standpunten is belangrijker dan de achtergrondkenmerken
Regelmatig verkiezingen houden draagt bij aan de representativiteit.
Representativiteit gaat niet alleen over standpunten maar ook over achtergrondkenmerken.
Ook als een vertegenwoordiger helemaal niet op mij lijkt kan hij nog wel mijn belangen vertegenwoordigen.
De leden die voor het CDA in de Tweede Kamer zitten moeten stemmen volgens het verkiezingsprogamma.