This lesson contains 27 slides, with text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
PTA 1404 2024
oud examen
Slide 1 - Slide
wat is het verschil?
Toegepaste kunst (verbonden aan een functie) is de esthetische vormgeving van omgevingen en van functionele voorwerpen, zoals gebouwen, meubels, kleding, sieraden.
In vorm van design, ambachtelijke kunst of decoratieve kunst, waarbij het kunstwerk een praktisch doel dient (zoals het versieren van een object of het vervullen van een functionele behoefte).
Autonome kunst (niet functioneel), ook wel autonome beeldende kunst, verwijst naar kunstwerken die gemaakt zijn om zichzelf te rechtvaardigen en geen externe functie of doel dienen buiten hun eigen esthetische, expressieve of conceptuele waarden. Het is kunst die is gecreëerd om op zichzelf te staan, los van functionele, decoratieve, of utilitaire doeleinden.
Slide 2 - Slide
Thema Natuur
PTA 1404 Tekenen 2024
Slide 3 - Slide
OPDRACHT
Denk van te voren na over alle onderwerpen!
Natuur en verwondering
De grootsheid van de natuur
Ingrijpen in de natuur
Natuur en techniek
Slide 4 - Slide
natuur en verwondering
v
Slide 5 - Slide
Grootsheid van de natuur
Slide 6 - Slide
INGRIJPEN IN DE NATUUR
Slide 7 - Slide
NATUUR EN TECHNIEK
Slide 8 - Slide
ROMANTIEK
Romantici wilden terug naar het oorspronkelijke, de ongerepte natuur. De oude natuur stond boven de nieuwe cultuur, want natuur bood rust en heling. De aanhanger van de Romantiek wilde een echt natuurmens zijn, een l'homme sauvage (natuurmens), zoals beschreven was door de filosoof Jean-Jacques Rousseau.
Slide 9 - Slide
INGRIJPEN IN DE NATUUR
Wat is land art ?
Land Art of Landschapskunst is de algemene benaming voor ingrepen in of toevoegingen aan het bestaande landschap door kunstenaars. Het kunstwerk is een reactie op de natuurlijke omgeving, met een duidelijke inbreng van de kunstenaar.
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Video
Jae Rhim Lee: My mushroom burial suit
https://www.youtube.com/watch?v=_7rS_d1fiUc
Slide 12 - Slide
Daan Roosegaarde
https://www.youtube.com/watch?v=eVFYhbHpfqU
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Onderdeel PTA
A. Orienteren
B. Beeldend onderzoeken
C. Ontwerp vaststellen
D. Werkstuk uitvoeren
E. Analyseren, evalueren en beoordelen
F. Presenteren
Slide 15 - Slide
TIPS
Dan nog 7 tips, lees ze nu door en herhaal dit de avond voor het examen nogmaals!!
- Het magazine= boekje met het examenthema. Bekijk het goed.
Slide 16 - Slide
TIP 1
1. Weet het verschil tussen voorstelling en vormgeving.
KEN HET SCHEMA UIT JE HOOFD
Zo kun je daar altijd op terugvallen tijdens het invullen van het boekje en bij het maken van het examen.
Slide 17 - Slide
lijn
textuur
Slide 18 - Slide
Tip 2
Oriënteren: je gaat afbeeldingen zoeken. Zorg dat je echt verschillende afbeeldingen zoekt.
Je moet breed onderzoeken dus associeer ook verder door dan je eerste gedachte.
Laat je niet leiden door een idee wat je misschien nu al wel hebt voor het eindproduct maar zorg dat je veel verschillende dingen onderzoekt
Slide 19 - Slide
Tip 3
Beeldend onderzoek: maak niet alleen maar potlootschetsen. Uiteraard zijn potlootschetsen ook goed, maar je moet ook de vormgeving onderzoeken (met potlootschetsen onderzoek je alleen de voorstelling). Dus probeer dingen uit met materialen, kleuren, knippen, plakken, scheuren.
Doe maar GEK, het brengt je echt op nieuwe ideeën.
Slide 20 - Slide
Tip 4
- Kijk niet teveel naar wat er om je heen gebeurt, het gras is bij de buren altijd groener en misschien wordt je daardoor afgeleid omdat je het gevoel hebt dat het niet goed genoeg is.
- Twijfel niet aan jezelf maar pak door!
-Maak niet iets na wat je gevonden hebt op internet (pinterest) of wat je ziet bij je buurvrouw maar maak je eigen product ontstaan uit je eigen proces!
DUS ZORG DAT ER EEN IDEE, GEDACHTE ACHTER JE WERKSTUK ZIT!!
Slide 21 - Slide
Tip 5
- Zorg dat je alle schetsen, tekeningen, proefjes etc Nummert.
Zo weet jij (en ik, de beoordelaar) nog precies in welke volgorde je wat hebt gemaakt. Dat is ook heel fijn tijdens de presentatie want dan kan je dat laten zien, en daardoor ook laten zien welke keuzes je hebt gemaakt.
Slide 22 - Slide
Tip 6
Vul je boekje volledig in, kijk goed naar de begrippen die er in staan en vul niet gewoon wat in. Je kent je begrippen, je weet het schema, dus dat moet goed komen!
Slide 23 - Slide
Tip 7
Geef in je presentatie inzicht in wat er allemaal door jou hoofd is gegaan tijdens het maken van dit examen. Dit zorgt er ook voor dat je niet maar zo iets maakt omdat je het mooi vind maar omdat er ook een bepaalde betekenis of idee achter zit.