Introductie vak Nederlands 2022/2023 (brugklas)

Introductie Nederlands
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwoo, b, kLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Introductie Nederlands

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?


  • Voorstellen
  • Introductie Nederlands
  • Kijkje nemen in SOM (planner, boek)
  • Quiz Nederlands

Slide 2 - Slide

VOORSTELLEN
Priscilla Verbeek (VKP)

Docent Nederlands

Moeder van Liz

Tutor BK11 

Regels...

Slide 3 - Slide

Wat vind jij een belangrijke regel in de klas?

Slide 4 - Mind map

Nederlands
  • 4 uur in de week
  • Boek op papier
  • Boek online (via iPad)
  • Weektaak
  • Planner via SOMtoday

Slide 5 - Slide

Wat heb je nodig voor Nederlands?
  • Nieuw Nederlands boek
  • iPad
  • Schrift 
  • Gevulde etui
  • Goed humeur

Slide 6 - Slide

Waar denk je aan bij
het vak Nederlands?

Slide 7 - Mind map

Slide 8 - Slide

Hoe heet deze schrijfster?
A
Thea Beckman
B
Annie M.G. Schmidt
C
Carry Slee
D
Mel Wallis de Vries

Slide 9 - Quiz

In welk land wordt geen Nederlands gesproken?
A
Aruba
B
België
C
Suriname
D
Luxemburg

Slide 10 - Quiz

Hoe heet de hoofdpersoon in het boek Het leven van een loser?
A
Bram Bootmans
B
Bram Botermans
C
Bram Boot
D
Bram Boterham

Slide 11 - Quiz

Hoeveel letters heeft het alfabet?

Slide 12 - Open question

Wat is de naam van het boek dat je gaat gebruiken voor het vak Nederlands?
A
Nederland, o Nederland
B
Een nieuw begin
C
Op niveau
D
Nieuw Nederlands

Slide 13 - Quiz

De woorden -de-, -het- en -een- zijn...
A
Lidwoorden
B
Werkwoorden
C
Voorzetsels
D
Zelfstandige naamwoorden

Slide 14 - Quiz

Uit welk liedje komt de zin: 'Ik ga jou vertellen dat het anders kan.'
A
Automatisch
B
Amsterdam
C
Zij wil mij
D
Sexy als ik dans

Slide 15 - Quiz

Wat is de afkorting van jullie docent Nederlands?
A
VKP
B
PVK
C
KVP
D
PKV

Slide 16 - Quiz

Sleep de woordsoorten naar de juiste kolom. 
Dit jaar zijn er minder fietsen gestolen in Nederland dan vorig jaar.
Zelfstandig naamwoord
Werkwoord
jaar
zijn
gestolen
Nederland

Slide 17 - Drag question

Wat is -fiets- voor een woord?
A
Zelfstandig naamwoord
B
Bijvoeglijk naamwoord
C
Werkwoord
D
Voorzetsel

Slide 18 - Quiz

In welke zin staat een bijvoeglijk naamwoord?
A
Ik fietste gisteren naar huis.
B
Mijn moeder en ik gaan boodschappen doen.
C
Ik wil later een rode auto.
D
Ik zit in de brugklas!

Slide 19 - Quiz

Heb je nog vragen over mij of over het vak Nederlands?

Slide 20 - Open question

Volgende les:
Zorg ervoor dat je je spullen voor Nederlands bij je hebt (boek, iPad, etui en schrift)

We starten met het vak volgens de planner. 

Slide 21 - Slide

Tot de volgende keer!

Slide 22 - Slide