This lesson contains 15 slides, with interactive quiz and text slides.
Items in this lesson
Nederlands
Lezen
Hoofdzaken & bijzaken
Slide 1 - Slide
Hoofd- en bijzaken
Slide 2 - Slide
Hoofd- en bijzaken
Slide 3 - Mind map
Hoofdzaken
Bijzaken
Slide 4 - Slide
Hoofdzaken
De belangrijkste informatie in een tekst.
Bijzaken
Slide 5 - Slide
Hoofdzaken
De belangrijkste informatie in een tekst.
Bijzaken
De minder belangrijke informatie in een tekst.
Slide 6 - Slide
Hoofdzaken
De belangrijkste informatie in een tekst.
De hoofdzaak staat meestal in een eerste of de laatste zin van een alinea:
Bijzaken
De minder belangrijke informatie in een tekst.
Slide 7 - Slide
Hoofdzaken
De belangrijkste informatie in een tekst.
De hoofdzaak staat meestal in een eerste of de laatste zin van een alinea: de kernzin.
Bijzaken
De minder belangrijke informatie in een tekst.
Slide 8 - Slide
Hoofdzaken
De belangrijkste informatie in een tekst.
De hoofdzaak staat meestal in een eerste of de laatste zin van een alinea: de kernzin.
Bijzaken
De minder belangrijke informatie in een tekst.
De andere zinnen (bijzaken) geven uitleg of voorbeelden bij de kernzin.
Slide 9 - Slide
Hoofdzaken
De belangrijkste informatie in een tekst.
De hoofdzaak staat meestal in een eerste of de laatste zin van een alinea: de kernzin.
Bijzaken
De minder belangrijke informatie in een tekst.
De andere zinnen (bijzaken) geven uitleg of voorbeelden bij de kernzin.
Slide 10 - Slide
Voorbeeldtekst
Voedselvergiftiging
Een voedselvergiftiging wordt veroorzaakt door het eten van besmet voedsel. De besmetting ontstaat meestal door een bacterie in voedsel. Eet je dat voedsel, dan kun je ziek worden.
Slide 11 - Slide
Voorbeeldtekst
Voedselvergiftiging
Een voedselvergiftiging wordt veroorzaakt door het eten van besmet voedsel. De besmetting ontstaat meestal door een bacterie in voedsel. Eet je dat voedsel, dan kun je ziek worden.
Wat is de kernzin?
Slide 12 - Slide
Voorbeeldtekst
Voedselvergiftiging
Een voedselvergiftiging wordt veroorzaakt door het eten van besmet voedsel. De besmetting ontstaat meestal door een bacterie in voedsel. Eet je dat voedsel, dan kun je ziek worden.