17 mei 2021

1 / 14
next
Slide 1: Slide
fMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Planning
Nog 3 toetsen: 
- luistertoets cito: audiodeel
- toets hfd 5
- toetsweek: leestoets

Week 22: mogelijkheid tot herkansen hfd 3

Slide 2 - Slide

Aujourd'hui
- nakijken oef. 14
- Quizlet woorden flitsen
- uitleg bijvoeglijk naamwoord

Les devoirs: Leren woorden AB, maken oef. 31bcdf




Slide 3 - Slide

vervolg imparfait
stap 3: zet de uitgangen van de imparfait erachter:
je parlais
tu parlais
il/elle/on parlait
nous parlions
vous parliez
ils/elles parlaient

Slide 4 - Slide

Bijvoeglijk naamwoord
Zegt altijd iets over een zelfstandig naamwoord.

Vorm en plaats:
Vorm: past zich aan het zelfstandig naamwoord aan waar het bij hoort
Plaats: meestal achter het zelfstandig naamwoord

Slide 5 - Slide

Het bijvoeglijk naamwoord
Un film intéressant. >> mannelijk enkelvoud
Une série intéressante. >> vrouwelijk enkelvoud
Deux films intéressants. >> mannelijk meervoud
Deux séries intéressantes. >> vrouwelijk meervoud

  • In het Frans past het bijv nw zich aan naar het zelfst nw.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Uitzonderingen
Sommige bijvoeglijke naamwoorden hebben een onregelmatige vorm voor het vrouwelijk, zie boek blz. 64
- on wordt - onne
- en wordt - enne
- eux wordt - euse
- f wordt - ve
- er wordt -ère

Slide 8 - Slide

Stappenplan:
1.  Wat is het zelfst nw waar het bij hoort?
2.  Is het zelfst nw mannelijk, vrouwelijk, meervoud, enkelvoud?
3. Noteer het bijv nw in de juiste vorm

Slide 9 - Slide

Maak de zin goed af:
Léa et Anna sont ___ (petit).

Slide 10 - Open question

Maak de zin goed af:
C'est une question ___ (difficile).

Slide 11 - Open question

Maak de zin goed af:
J'adore ta robe ___ (vert).

Slide 12 - Open question

Maak de zin goed af:
Ce sont deux garçons ___ (français)

Slide 13 - Open question

Slide 14 - Link