H3 Tijd van monniken en ridders

1 / 26
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

  • Intro nieuw hoofdstuk
  • Uitleg tijdvak
  • Opdracht
  • Afsluiting

Slide 2 - Slide

Middeleeuwen

Slide 3 - Mind map

Hoe heet het nieuwe tijdvak?
A
Oudheid
B
steden en staten
C
monniken en ridders
D
Grieken en Romeinen

Slide 4 - Quiz

Welke tijd hoort bij dit tijdvak?
A
3000 v. Chr. tot 500 n
B
500 tot 1000
C
500 tot 1500
D
800 tot 1500

Slide 5 - Quiz

Welk symbool hoort bij dit tijdvak?
A
B
C
D

Slide 6 - Quiz

Wat is een andere naam voor dit tijdvak?
A
Oudheid
B
Moderne tijd
C
Vroege middeleeuwen
D
Late middeleeuwen

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Slide

  • Naam tijdvak
  • Tijd tijdvak
  • Andere naam tijdvak
  • Kenmerken tijdvak
  • Voorkennis testen
  • Uitleggen hoe de middeleeuwen aan haar naam komt.

Slide 9 - Slide

Tijd van monniken en ridders (500 - 1000)
In het wit zie je een helm, zoals ridders die droegen. Op de achtergrond zie je een deel van een klooster. Ridderschap en de christelijke kerk horen bij de Tijd van monniken en ridders. Deze tijd wordt ook wel de vroege middeleeuwen genoemd
Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

What's in the name?
Middel – eeuwen (tussen de eeuwen in)

Waarom?
  • Midden tussen de oudheid en de Renaissance (waar mensen weer de Romeinen gingen kopiëren) --> Dat waren ontwikkelde tijden. De middeleeuwen volgens velen niet.
  • Dat was een “tussentijd”. Daarom noemden ze deze tijd de Middeleeuwen!

Slide 12 - Slide

Clichés over de Middeleeuwen
  • Grote breuk met de tijd van de Romeinen
  • Donkere tijd --> Dark Ages
  • Iedereen stonk en alles was vies
  • Elke dag werden er wel mensen gemarteld of gedood en dat was 'normaal'
  • Mensen waren dom
  • Er werd altijd gevochten

Slide 13 - Slide


Klopt dit?

Deels wel, want:
  • Bescherming Romeinse soldaten viel weg
    , steden vervielen, veel ruïnes  van Romeinse gebouwen, wegen verwaarloosden en verdwenen.
  • Handel verdween deel, bijna iedereen moest boer zijn om voor zijn eigen eten te zorgen.

Deels niet, want:
  • Er was helemaal geen grote breuk rond het jaar 500. Er veranderde niet zoveel aan het leven van mensen
  • drukke periode met de opkomst van de islam en verspreiding van het christendom

Slide 14 - Slide

We zien de val van het West-Romeinse Rijk in 476 als het begin van de Middeleeuwen

Een landbouwstedelijke samenleving veranderde in een landbouwsamenleving

Slide 15 - Slide

Weet je nog?:
Wat is het verschil tussen een landbouwstedelijke samenleving en een landbouwsamenleving?

Slide 16 - Open question

Hoe ging het nou allemaal in de middeleeuwen?


  • Wie had de macht
  • hoe werd er bestuurd
  • hoe leefden de mensen?

Slide 17 - Slide

Video
Histoclip Karel de Grote
met kijkvragen

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Bespreken
Kijkvragen bespreken

Slide 20 - Slide

  • Wat: lees de introductie van H3 (blz. 30/31). Maak de introductieopdrachten in je WB (blz. 42/43).
  • Hoe: individueel
  • Hulp: docent, tekstboek
  • Tijd: 5/10 min.
  • Uitkomst: oriëntatie op H3
  • Klaar?: Lees vast 3.1. Markeer de belangrijkste zinnen.

Slide 21 - Slide

Hoe heet het nieuwe tijdvak?
A
Oudheid
B
steden en staten
C
monniken en ridders
D
Grieken en Romeinen

Slide 22 - Quiz

Welke tijd hoort bij dit tijdvak?
A
3000 v. Chr. tot 500 n
B
500 tot 1000
C
500 tot 1500
D
800 tot 1500

Slide 23 - Quiz

Welk symbool hoort bij dit tijdvak?
A
B
C
D

Slide 24 - Quiz

Wat is een andere naam voor dit tijdvak?
A
Oudheid
B
Moderne tijd
C
Vroege middeleeuwen
D
Late middeleeuwen

Slide 25 - Quiz

Waarom hebben de middeleeuwen deze naam gekregen?

Slide 26 - Open question