8.3 democratisering

Democratisering van Nederland, Groot-Brittannië en Duitsland
1848-1919
1 / 32
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Democratisering van Nederland, Groot-Brittannië en Duitsland
1848-1919

Slide 1 - Slide

Huiswerk voor de mensen online
1. Deze hele LessonUp bekijken
2. Maken basiskennisvragen 8.3 (1 t/m 5)
3. Leren? 8.1 t/m 8.3

Slide 2 - Slide

Wat gaan wij in de les doen?
1. Theorie 8.3                     
2. Praktische Opdracht (week 24 inleveren)          
3. SE TV 1 - 4

1. Samen lezen 8.3 (blz 102)
2. Uitleg democratisering in Nederland
3. Verder met je PO / leren voor SE 

Slide 3 - Slide

timer
8:00
'Voortschrijdende democratisering'

Slide 4 - Mind map

democratisering
parlementair stelsel
premier
censuskiesrecht
passief kiesrecht
actief kiesrecht
algemeen kiesrecht
districtenstelsel
budgetrecht

Slide 5 - Slide

Democratisering:
Democratisering is het streven naar politieke medezeggenschap.
Dus:
Mensen willen meepraten.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Slide

Wiens portret staat achter Rutte (rood omcirkeld)?

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Slide

Wie is hier afgebeeld?
A
Napoleon Bonaparte
B
Stadhouder Willem V
C
Koning Willem I
D
Koning Willem II

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Slide

In welk jaar scheidde België zich af van Nederland?
A
1820
B
1825
C
1830
D
1848

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Slide

Hoeveel mannen in Nederland mochten er stemmen na 1848?
A
1 op de 10
B
1 op de 8
C
1 op de 6
D
Alle volwassen mannen

Slide 17 - Quiz

Wanneer kregen vrouwen in Nederland actief kiesrecht?

Slide 18 - Open question

In welk land werd in 1893 het eerst vrouwenkiesrecht ingevoerd?
A
China
B
Nieuw-Zeeland
C
Saoedi-Arabië
D
Verenigde Staten

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Volgens de tekenaar is algemeen vrouwenkiesrecht...
A
een goede zaak, want dan krijgen arbeidersgezinnen het beter.
B
een goede zaak, want dan krijgen hoger opgeleide vrouwen kansen.
C
géén goede zaak, want dan krijgen vrouwen te veel invloed.
D
géén goede zaak, want dan krijgen de arbeiders minder invloed.

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

Slide 26 - Video

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Huiswerk
1. Deze hele LessonUp bekijken
2. Maken basiskennisvragen 8.3 (1 t/m 5)
3. Leren? 8.1 t/m 8.3

Slide 32 - Slide