voorbeeld2 (redeneren):
Een draad van "constantaan" heeft een weerstand van 22,5 Ω.
De doorsnede is 0,4 mm2 . Bereken de lengte van de draad.
In bron 4 van het leerboek staat dat de soortelijke weerstand van constantaan 0,45 Ω per m per mm2 is.
Dus als l = 1 m en A = 1 mm2 dan is R = 0,45 Ω.
De doorsnede is nu 1 : 0,4 = 2,5 x zo klein ..... en wordt weerstand 2,5 x groter, dus bij 1 m lengte moet de weerstand 0,45 x 2,5 = 1,125 Ω zijn.
De weerstand is echter 22,5 : 1,125 = 20 x groter .....
Conclusie: de lengte van de draad is 20 meter.