H1: Meer dan lezen: Onbekende woorden (opdracht 1 t/m 4) Les 1

Welkom 
bij Nederlands!
 


Onbekende woorden
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom 
bij Nederlands!
 


Onbekende woorden

Slide 1 - Slide

Les 1: Wat gaan we vandaag doen?
 H1: Meer dan lezen

  1. Theorie: Onbekende woorden
  2. Zelfstandig aan de slag


Slide 2 - Slide

Lesdoel:
Aan het einde van de les:

  • kun je de betekenis van woorden in een tekst ontdekken door woordstrategieën te gebruiken.

Slide 3 - Slide

Woordstrategie
Ken je de betekenis van een woord niet?

               Gebruik een woordstrategie!

Een woordstrategie is een strategie (manier) om erachter te komen wat een woord betekent zonder dat je het woord van te voren al kende.

Slide 4 - Slide

Drie woordstrategieën
  • Synoniem zoeken: 1 woord met dezelfde betekenis als het onbekende woord

  • Omschrijving zoeken: uitleg van een onbekend woord

  • Voorbeeld zoeken: voorbeeld van het onbekende woord

Slide 5 - Slide

Synoniem zoeken
één woord met dezelfde betekenis als het onbekende woord

  1. Kijk of in dezelfde zin een synoniem staat óf 
  2. Als je in dezelfde zin geen synoniem vindt, kijk dan in de zin vóór het onbekende woord en de zin erna

VB: Ik werk altijd nauwkeurig, want ik wil het graag precies doen

Slide 6 - Slide

Omschrijving zoeken
 Omschrijving = uitleg van het onbekende woord                                                                    --> bestaat uit meerdere woorden

Omschrijvingen staan vaak tussen haakjes of tussen komma's in dezelfde zin óf in de zin ervoor of erna.

VB: De kamer van Jason wordt gerenoveerd (opgeknapt)

Slide 7 - Slide

Voorbeeld zoeken
Soms worden er voorbeelden van het onbekende woord genoemd.

  • Vaak na de volgende woorden: zoals, bijvoorbeeld, een voorbeeld van
          VB: Ik lees graag fictie, zoals de verzonnen verhalen over Harry Potter

  • Vaak na een dubbele punt, tussen haakjes of tussen komma's
          VB: Mijn zus verzamelt allerlei prullaria: oude lampjes en gekke beeldjes 


Slide 8 - Slide

Nog steeds onbekend?
Gebruik een woordenboek!



Slide 9 - Slide

Samen oefenen: Opdracht 1 blz 11: Lees tekst 1

1. Wat maakt de plek van de gevonden snackbar zo speciaal?

Slide 10 - Open question

Samen oefenen: Opdracht 1 blz 11: Lees tekst 1

2a. Noteer het synoniem voor snackbar

Slide 11 - Open question

Samen oefenen: Opdracht 1 blz 11: Lees tekst 1

2b. Geef in eigen woorden een omschrijving van het woord snackbar.

Slide 12 - Open question

Samen oefenen: Opdracht 1 blz 11: Lees tekst 1

3a. Noteer het woord uit de eerste zin van alinea 2 dat omschrijft wat archeologen voor werk doen.

Slide 13 - Open question

Samen oefenen: Opdracht 1 blz 11: Lees tekst 1

3b. Noteer zelf een ander woord voor iets wat archeologen ooit hebben gevonden.

Slide 14 - Open question

Samen oefenen: Opdracht 1 blz 11

4. Welk tussenkopje zou passen bij alinea 2?
A
dieren
B
eeuwenoud
C
opknappen

Slide 15 - Quiz

Samen oefenen: Opdracht 1 blz 11: Lees tekst 1

5. voorbeelden alinea 2

Slide 16 - Open question

Zelfstandig aan het werk 
timer
15:00
Opdracht: 
Maak nu zelfstandig opdracht 
2 en 3 op blz 11 en 12
Je mag overleggen.

Hulp nodig? In deze volgorde: 
1. Boek
2. Klasgenoot
3. Docent
(de eerste 2 minuten help ik niet)
Je krijgt 
15 minuten de tijd
Klaar? Meld je bij de docent.
Na 15 minuten gaan we samen de opgaven bespreken. Je geeft dan je antwoord via lesson up door. Iedereen moet zijn antwoord kunnen uitleggen!

Slide 17 - Slide

Opdracht 2 blz 11: 1 t/m 4 klassikaal
  • 1 soort buideldieren
  • 2 kijken, snuffelen en krabben
  • 3 huisdieren

Slide 18 - Slide

Opdracht 2 blz 11: 1 t/m 4 klassikaal
4
  • afwisselend - eerst naar de wetenschapper, daarna naar de doos met eten
  • wetenschapper - onderzoeker
  • bepaalde omstandigheden - in een dierentuin
  • voorheen - vroeger
  • beschouwd - dachten


Slide 19 - Slide

Opdracht 2 blz 12:

5. Waar of niet waar?

Als kangoeroes een door niet zelf open kunnen maken, geven ze op
A
waar
B
niet waar

Slide 20 - Quiz

Opdracht 2 blz 12:

5. Waar of niet waar?

De kangoeroes kregen een opdracht die ze makkelijke konden uitvoeren.
A
waar
B
niet waar

Slide 21 - Quiz

Opdracht 2 blz 12:

5. Waar of niet waar?

Huisdieren kunnen communiceren, omdat ze al jaren bij mensen wonen.
A
waar
B
niet waar

Slide 22 - Quiz

Opdracht 2 blz 12: 6 klassikaal
  • 6 Dit soort gedrag zie je vaak bij huisdieren zoals katten en honden, die al jaren bij mensen leven. Maar bij wilde dieren zoals kangoeroes niet.  

Slide 23 - Slide

Opdracht 3 blz 12: 1 t/m 6 klassikaal
  • 1  heel kleine
  • 2 je hoofd niet meeknikkken, je lijf niet heen en weer bewegen
  • 3 stil
  • 4 opzettelijk
  • 5 wetenschappers
  • 6 bijvoorbeeld: Wetenschappers hebben ontdekt dat het onmogelijk is om stil te staan bij een lekker muziekje. Je lichaam maakt spontaan kleine bewegingen, je hebt er geen controle over. 

Slide 24 - Slide

Afsluiting les 1
Lesdoelen:

Nu:

  • kun je de betekenis van woorden in een tekst ontdekken door woordstrategieën te gebruiken. √

Slide 25 - Slide