2023_week44_2v_les1_herhaling woordjes en grammatica

1 / 34
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Du hast 3 min für:


Je hebt 3 min om: 

  • Jacke aus
  • Laptop geschlossen auf dem Tisch
  • Buch/ Heft/ Stift auf dem Tisch
timer
3:00

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

An die Arbeit
  • Maken: Na klar online 
  • Kapitel 1------->Versterk jezelf----------->

  • De eerste 10 minuten in stilte

Klaar? Leer de woordjes of versterk jezelf 
Kapitel 2
timer
15:00

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Welke lidwoorden ken je (NL & Duits)?

Slide 7 - Mind map

DER-Gruppe
EIN-Gruppe
der
eine
kein
das
die
ein

Slide 8 - Drag question

Welk geslacht hebben "der" woorden?
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig
D
meervoud

Slide 9 - Quiz

Welk geslacht hebben "die" woorden?
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig
D
meervoud

Slide 10 - Quiz

Welk geslacht hebben "das" woorden
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig
D
meervoud

Slide 11 - Quiz

Bij woorden met welk geslacht gebruik je "ein"?
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig
D
meervoud

Slide 12 - Quiz

Bij woorden met welk geslacht gebruik je "eine"?
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig
D
meervoud

Slide 13 - Quiz

Bij woorden met welk geslacht gebruik je "keine" ?
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig
D
meervoud

Slide 14 - Quiz

mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
meervoud
der
eine
kein
das
keine
ein
die
die

Slide 15 - Drag question

das Pferd
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig
D
meervoud

Slide 16 - Quiz

(een) Buch (onzijdig)
A
ein
B
eine

Slide 17 - Quiz

Tisch (mannelijk)
A
keine
B
der
C
eine
D
das

Slide 18 - Quiz

Bezittelijke voornaamwoorden horen ook
bij de EIN-Gruppe:
mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
meervoud
DER
DIE
DAS
DIE
(K)EIN
(K)EINE
(K)EIN
KEINE
asassa

meine
mein
mein
meine

Slide 19 - Drag question

Wanneer gebruik je in het Duits een hoofdletter???

Slide 20 - Mind map

Ik beheers de lidwoorden in het Duits ....
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll

Auf Deutsch: vaak
A
häufig
B
Haufen
C
voor
D
vor

Slide 22 - Quiz

Auf Deutsch: het vwo-eindexamen
A
das Abitur
B
der Wohnort
C
der Erfolg
D
das Klavier

Slide 23 - Quiz

Auf Deutsch: de taal
A
die Spracke
B
die Schprache
C
die Sprache
D
die Sprahe

Slide 24 - Quiz

Auf Deutsch: de les
A
der Unterweis
B
der Unterricht
C
der Lesse
D
die Stunde

Slide 25 - Quiz

plaatsvinden

Slide 26 - Open question

het cijfer

Slide 27 - Open question

vandaag

Slide 28 - Open question

het warenhuis

Slide 29 - Open question

het mobieltje

Slide 30 - Open question

Wie gut kennst du die Wörter
😒🙁😐🙂😃

Slide 31 - Poll

Abschluss
Niet inpakken - luisteren - ik sluit de les af
  • na mijn startsignaal: inpakken
  • zitten blijven tot de bel gaat- stil

  • dan: klaar :)

Slide 32 - Slide

Hausaufgaben
Leer voor de repetitie

Slide 33 - Slide

                                 TSCHÜS

Slide 34 - Slide