What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
h2 1C
Today
Homework
Present Simple & Continuous
Persoonlijke & Bezittelijke voornaamwoorden
Woordjes
1 / 22
next
Slide 1:
Slide
Engels
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 1
This lesson contains
22 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Today
Homework
Present Simple & Continuous
Persoonlijke & Bezittelijke voornaamwoorden
Woordjes
Slide 1 - Slide
Vertaal: hoofdpersoon
Slide 2 - Open question
Vertaal: jagen
Slide 3 - Open question
Vertaal: zich zorgen maken
Slide 4 - Open question
Vertaal: arrival
Slide 5 - Open question
Vertaal: memory
Slide 6 - Open question
Vertaal: drawing
Slide 7 - Open question
Present Simple & Continuous
De present simple gebruik je als iets vaak, nooit of soms gebeurd. Ook gebruik je het bij feiten. Denk hierbij goed aan de SHIT-regel!
Voorbeeld:
I
always
go to school on Monday.
I
never
go to the gym.
I am 25 years old.
Zebras have black stripes.
Slide 8 - Slide
Present Simple & Continuous
De present continuous gebruik je als iemand NU iets aan het doen is. Je schrijft dan altijd am, is, of are + ww-ing.
I = am
he/she/it = is
you, we, they = are
Voorbeeld:
I am playing football.
She is playing the guitar.
They are dancing.
Slide 9 - Slide
Welke klopt?
A
I am always laughing when she tells a joke.
B
I always laugh when she tells a joke.
Slide 10 - Quiz
She ....... (play) the guitar very well.
Slide 11 - Open question
They ............. (watch) a movie.
Slide 12 - Open question
We ........ (like) to sing together.
Slide 13 - Open question
He is my friend, I must help .... (hem).
Slide 14 - Open question
...... (zij) want to destroy ..... (hun).
Slide 15 - Open question
That is ...... (hun) problem.
Slide 16 - Open question
She shakes ..... (haar) head.
Slide 17 - Open question
Bijvoeglijk naamwoorden + bijwoorden
Als je mensen of dingen wilt omschrijven gebruik je een bijvoegelijk naamwoord.
She is
pretty.
His voice sounds
amazing.
They both look very
nice.
Slide 18 - Slide
Bijvoeglijk naamwoorden + bijwoorden
Als je een werkwoord wilt omschrijven, een bijvoeglijk naamwoord of andere bijwoorden. Dan voeg je altijd -ly toe.
She sings
beautifully.
He drives very
carefully.
She asked me that very
seriously.
Slide 19 - Slide
I can see him clear/clearly now.
A
clear
B
clearly
Slide 20 - Quiz
He is a dangerous/dangerously man.
A
dangerous
B
dangerously
Slide 21 - Quiz
He looks at him very proud/proudly.
A
proud
B
proudly
Slide 22 - Quiz
More lessons like this
2VE Adjectives + Adverbs
June 2022
- Lesson with
19 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 2
Present Simple vs Present Continuous 1
September 2024
- Lesson with
33 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1,2
h2 1b
January 2022
- Lesson with
17 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 1
Grammar overview
June 2024
- Lesson with
31 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Revision Chapter 3
May 2024
- Lesson with
32 slides
Engels
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 3
Grammar
September 2024
- Lesson with
28 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1,2
4M week 44
October 2022
- Lesson with
18 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
The present simple and the present continuous
September 2021
- Lesson with
19 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2