Intercollegiale samenwerking

• Welzijn
• MBO
• Studiejaar 2

Les: Samenwerken

Goed samenwerken kan soms best een puzzel zijn. Op school moet steeds samenwerken, maar ook buiten school en in je verdere leven is samenwerken heel belangrijk. 

In deze les ontdek je hoe jij nu samenwerkt, hoe je nog beter kunt samenwerken en ga je een actief samenwerken

Introductie 

1: Inleiding

2: Hoe doe je het nu?

3: Aan de slag

4: Experiment

5: Quiz

6: Afsluiting

In dit onderdeel pas je toe wat je in 3: aan de slag geleerd hebt. 

In dit gedeelte blik je vooruit op het onderwerp. Waar gaat het over en waarom is het belangrijk?

Hoe doe je het nu?

In dit gedeelte gaan we dieper in op de stof.

Test je kennis!

Bij tips vind je altijd een aantal handige leerstrategieën 

Inhoudsopgave Les 

Samenwerken is een hele belangrijke vaardigheid. Goede samenwerking is ontzettend leuk en zorgt voor veel motivatie. 

Maar samenwerken kan ook best moeilijk zijn en voor veel gedoe zorgen. Je hebt er namelijk best een aantal zaken voor nodig. 

Denk jij dat goed kunnen samenwerken is aangeboren of dat je het kunt leren? 

1: Inleiding 

 

Vul de vragen in op de volgende slides en bekijk hoe jij nu samenwerkt. 

Zijn er ook zaken die je lastig vindt bij samenwerken? 

2: Hoe doe je het nu? 

Vraag 1: Wat vind jij belangrijk in een samenwerking?
"Werk eerlijk verdelen"

1 = niet belangrijk 10 = heel belangrijk

110

Vraag 2: Wat vind jij belangrijk in een samenwerking?
"Overleggen"

1 = niet belangrijk 10 = heel belangrijk

110

Vraag 3: Wat vind jij belangrijk in een samenwerking?
"Luisteren"

1 = niet belangrijk 10 = heel belangrijk

110

Vraag 4: Wat vind jij belangrijk in een samenwerking?
"Actief meedoen"

1 = niet belangrijk 10 = heel belangrijk

110

Vraag 5: Welke woorden passen bij een goede samenwerking? 

Past wel bij samenwerking

Past niet bij samenwerking

Ik ben de baas

Neutraal

Perfectie

Creativiteit

Geen ruzie

Voorzichtig

Moet nu gebeuren

Plezier

3.1: Stappen voor goede samenwerking

- Theorie 

- Opdracht

- Theorie

- Theorie 

3.2: Verschillende teamleden

- Theorie

- Vaardigheid

- Theorie

Je gaat nu aan de slag met twee onderwerpen

Wat is samenwerken eigenlijk en welke stappen kunnen je helpen bij een goede samenwerking

Mensen werken op verschillende manieren. Als je weet hoe iemand graag werkt kan dit de samenwerking helpen.

3: Aan de slag  

Samenwerken betekent je gezamenlijk inzetten om een bepaald doel te bereiken.

Bij een goede samenwerking kun je jouw gedachten verwoorden, luisteren naar elkaar, initiatief nemen, overleggen, vragen stellen en rustig op elkaar reageren. 

     Stappen voor goede samenwerking - Theorie 1 

Stappen voor goede samenwerking - Opdracht 

Goede samenwerking

Slechte samenwerking

Actief meedoen

Niet overleggen

Schreeuwen

Te laat komen

Afspraken maken

Deadline nakomen

Niks doen

Werk eerlijk verdelen

Op school leren we van docenten, bij het sporten leren we van een trainer, thuis leren we van onze ouders. 

Maar weet je van wie we eigenlijk het liefst leren als we jong zijn? Leeftijdsgenoten. Leren van klasgenoten noemen we sociaal leren.

Sociaal leren

    Stappen voor goede samenwerking - Theorie 2  

Heb je een filmpje uit je jeugd waarin jij je held van vroeger nadeed of je favoriete artiest precies nadeed? 

Dit noemen we imiteren. Als we wat ouder zijn imiteren we nog steeds. 

Imiteren kan een hele goede manier van leren zijn. Als iemand in de klas iets doet wat bewondering oplevert is de kans groot dat we dit ook op die manier gaan doen. 

Krijgt iemand negatieve reacties is de kans groot dat we dit gedrag niet imiteren. 

In ons brein zitten namelijk gebieden die gevoelig zijn voor positieve en negatieve reacties. 

Imiteren 

   Stappen voor goede samenwerking - Theorie 3  

Hoe werken verschillende types?

In een team heb je verschillende type mensen zitten. Sommige teamleden zijn heel enthousiast, andere weer heel geduldig, sommige goed in nadenken, andere weer in uitvoeren. 

Om verschillende types aan te geven gebruiken we een kleurenmodel. Elke kleur (type) heeft zijn eigen kwaliteiten. We gebruiken vier kleuren: rood, geel, groen en blauw.

Als je de afbeelding bekijkt zie je dat er geen enkele kleur is die alle kwaliteiten heeft dus moeten de kleuren samenwerken. 

Conclusie: Als je elkaars krachten gebruikt krijg je de beste resultaten!

Verschillende types - Theorie 1 

3. 2 Verschillende types- Opdracht 

Welke eigenschappen horen bij welk type? 

Rood

Blauw

Groen

Geel

Verleden

Angst: Afwijzing

Optimisme

Nu

Rust

Kort lontje

Voorzichtig

Perfectie

Uitdaging

Angst: Kritiek krijgen

Neutraal

Heden

Toekomst

Plezier

Angst: Verlies zekerheden

Angst: Controle verlies

DISC test

https://www.wetalent.nl/sollicitatiehulp/blog/de-disc-test-versterk-je-team-met-verschillende-persoonlijkheden/#:~:text=een%20eigen%20kleur.-,De%20kleuren%20van%20de%20DISC%20test,en%20consci%C3%ABntieus%20is%20helder%20blauw.&text=Als%20je%20helder%20blauw%20bent,%2C%20precies%2C%20voorzichtig%20en%20gedisciplineerd.

Elke kleur heeft zijn eigen krachten en werkt dus ook het liefst op een bepaalde manier. 

Rood: Laten we het nu doen!

Blauw: Laten we het goed doen!

Geel: Laten we het samen doen!

Groen: Laten we het kalm doen!

Als je begrijpt hoe andere types (kleuren) werken, hoe ze zich uiten en wat ze dan kan dit je helpen om goed samen te werken.

3. 2 Verschillende types - Opdracht 

Experiment  

Maak groepjes van 4 waarin allemaal verschillende kleuren aanwezig zijn,

Bouw het hoogste, vrijstaande bouwwerk

* Er moet een hele marsmallow bovenop het bouwwerk staan

* Gebruik zoveel of zo weinig van het bouwpakket als je zelf wil.

* De spaghetti, het garen en het tape mag je breken/scheuren

* Je hebt 18 minuten de tijd! 

Quiz: Samenwerken!

5. Quiz 

Ben jij een échte teamplayer
of werk je liever solo!?

1. Echte teamplayer
2. Dat ligt aan m'n bui
3. Dat ligt aan de opdracht
4. Solo!

Wat vind je het fijnst
aan samenwerken?

Wat vind je het vervelendst
aan werken in een team?

Vind jij het moeilijk / ongemakkelijk om een compliment te geven?

1. Ja
2. Nee

Vind jij het moeilijk / ongemakkelijk om een compliment te krijgen?

1. Ja
2. Nee

Zet in de juiste volgorde;

1

2

4

5

3

Rollen en taken verdelen

Taken uitvoeren 

Hulp vragen als je vast loopt

Elkaar 'feedback' geven

Reflecteren (terug kijken)

Van wie neem je het snelst wat aan?

1. Leeftijdsgenoten
2. Mensen die jonger dan jezelf zijn
3. Leraren
4. Ouders