Werkwoordsvormen: Verleden tijd en voltooid deelwoord

Welkom!
  • Telefoons in de bak.
  • Plek zoals op de plattegrond.
  • Tas naast de stoel.
  •  Pak je Chrombook (dicht laten).
  • Gezicht naar het bord.
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwoo, b, kLeerjaar 1,2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom!
  • Telefoons in de bak.
  • Plek zoals op de plattegrond.
  • Tas naast de stoel.
  •  Pak je Chrombook (dicht laten).
  • Gezicht naar het bord.

Slide 1 - Slide

Hogere verwachtingen
We zijn inmiddels gewend aan de school en aan elkaar.
Daarom verwacht ik nu meer van jullie dan aan de start van het jaar.
We hebben vorige keer daarom de volgende afspraken gemaakt...

Slide 2 - Slide

Afspraken...
  • Tijdens de opstart + uitleg praat je alleen als je je vinger opsteekt en je de beurt krijgt.
  • Je bent geconcentreerd met je werk bezig.
  • Als we het lokaal verlaten, staan de tafels recht en zijn de stoelen aangeschoven.

Afspraak: 3 streepjes op bord = melden in eigen tijd.

Slide 3 - Slide

Programma 
  • Uitleg werkwoordsvormen: Verleden tijd en voltooid deelwoord.
  • Oefenen.
  • Nakijken.
  • Film.

Slide 4 - Slide

Wat is verleden tijd?
Steek je vinger op als je iets wil zeggen.

Slide 5 - Slide

Verleden tijd
  • Het is in het verleden gebeurd. 
  • Er zijn sterke en zwakke werkwoorden.
  • De taalregels voor die 2 verschillen.




Slide 6 - Slide

Zwakke werkwoorden
  • Veranderen niet van klank in de verleden tijd.
Ik fiets > Ik fietste.
Wij schaatsen > Wij schaatsten.
  • Je spelt ze volgens deze regel:
zet te(n) of de(n) achter de stam. 

Kijk maar naar het voorbeeld op de volgende dia...

Slide 7 - Slide

Voorbeeld zwak werkwoord
  1. Hele werkwoord: Leren
  2. Stam = ik leer.
  3. De r zit niet in 't Kofschip X en daarom wordt het ik/jij/hij/zij leerde.
  4. Bij meervoud wordt het:
  5. Wij/jullie leerden. De n is erbij gekomen, omdat het meervoud is.

Slide 8 - Slide

Maar bij een sterk werkwoord gaat dat anders...

Slide 9 - Slide

Voorbeeld sterke werkwoorden
  • Ik slaap > ik sliep. 
  • jij vindt > jij vond
  • Wij/jullie slapen > wij sliepen.
  • Wij/jullie vinden > wij/jullie vonden.

De klank verandert dus.
Nog steeds eindigt het meervoud op een n.

Slide 10 - Slide

Voltooid deelwoord
  • Begint vaak aan ge-. Gewerkt, gezwommen, geweest, gedaan.
  • Je gebruikt 't Kofschip X om te weten of het voltooid deelwoord op een d of een t eindigt.

Kijk maar naar het voorbeeld op de volgende dia...

Slide 11 - Slide

Voorbeeld voltooid deelwoord
Werkwoord trainen
Stam = ik train. Stam eindigt op een n. Die zit niet in 't KofschipX, dus is het voltooid deelwoord met een d.
 
Voorbeeld: 
Ik heb gisteren getraind.

Slide 12 - Slide

Opdrachten maken
  • Maak het blad met oefeningen.
Tip: gebruik het boekje met uitleg over de werkwoordspelling.

Klaar? Antwoordblad halen en zelf nakijken.

Slide 13 - Slide

Kies het juiste antwoord.
Gisteren ben ik naar Den Haag...
A
Gefietst.
B
Gefietsd.
C
Gefietsen.
D
Fietste.

Slide 14 - Quiz

Kies het juiste antwoord.
Pim ... afgelopen jaar steeds aan zijn kittens.
A
Dacht.
B
denkt.
C
Dagt.

Slide 15 - Quiz

Vul het juiste antwoord in.
Gisteren ... we een gezellige dag.
A
Hebben.
B
Hadden.
C
Hadde.

Slide 16 - Quiz

Vul het juiste woord in.
Jij ... gisteren een heel ander verhaal.
A
Vertelde.
B
Vertelte.
C
Vertelden.

Slide 17 - Quiz

Vul het juiste antwoord in.
Wij hebben vorige week iets geks ...
A
Beleeft.
B
Beleefd.
C
Beloofd.

Slide 18 - Quiz

Huiswerk

Slide 19 - Slide