3.2 Spiegels

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 4

Hoofdstuk 3 licht                          START IN:

Welkom Basis-3

Lees 3.2  Spiegels op blz  146 en 

maak opdracht 1 t/m 3       

Je hebt straks je laptop nodig

Neem plaats en leg je spullen alvast klaar.

We gaan starten!

                                                                                               Wachttijd:

Hoofdstuk 3 Licht

1. Huiswerk controle
   
2. Terugblik
   
3. Leerdoelen
   
4. Instructie (uitleg)
   
5. Zelfstandig werken
6. Afsluiting
7. Huiswerk volgende les

Wat is een spanningsbron?

2. Voorkennis activeren

De docent activeert relevante voorkennis aan de hand van een terugblik-opdracht, waarbij eventueel een beroep op de thuistalen wordt gedaan. Op deze manier biedt de docent een kapstok om nieuwe stof te verbinden aan de eerder geleerde stof en richting te geven aan het verdere verloop van de les. Tegelijkertijd worden hiermee misconcepties van leerlingen zichtbaar gemaakt, waar de docent vervolgens gericht op in kan spelen. 

Welke lichtbundel zie je hier ?

1. Evenwijdig
2. Convergent
3. Divergent
4. diffuus

Welke lichtbundel zie je hier ?

1. Evenwijdig
2. Convergent
3. Divergent
4. Condivergent

Hoe noem je deze lichtbundel?

1. Convergent
2. Evenwijdig
3. Divergent

Bekijk de afbeelding. De lichtstralen die bij een gloeilamp vandaan komen lopen.....,

1. Convergent
2. Divergent
3. Evenwijdig

Wat voor lichtbundel zie je hier

1. divergent
2. convergent
3. evenwijdig
4. spiegelend

Een schaduw is het gebied waar licht niet kan komen

1. waar
2. niet waar

Waar is de schaduw het donkerst

1. Tussen B en C
2. Tussen A en B
3. Tussen C en D
4. Tussen B en D

Welke spiegel heeft het grootste gezichtsveld

1. holle spiegel
2. bolle spiegel
3. vlakke spiegel
4. passpiegel

Je staat voor een spiegel en doet een stap naar voren
Wat doet je spiegelbeeld?

1. Je spiegelbeeld blijft staan op dezelfde plaats.
2. Je spiegelbeeld doet een stap naar achteren.
3. Je spiegelbeeld doet een stap naar voren.
4. Je spiegelbeeld stapt naar links of naar rechts.

Je gaat een nieuwe rugzak kopen. Je staat voor een spiegel. in welke figuur is het spiegelbeeld goed getekend. 

juist

Op de ambulance staat het woord ambulance in spiegel schrift. Leg uit waarom dat zo is.