Begin met iets wat boeit of je publiek aan het denken zet, bijvoorbeeld:
- een anekdote (kort, vaak grappig verhaaltje) of een of meer voorbeelden;
- een vraag aan je lezers of luisteraars;
- een opmerkelijke stelling of bewering;
- iets uit de actualiteit, een nieuwsfeit of trend;
- een link met de historie: je vergelijkt vroeger en nu;
- een citaat, bijvoorbeeld van een politicus of schrijver.
Manieren om de aandacht te trekken kun je ook heel goed combineren. Begin bijvoorbeeld met een anekdote of enkele voorbeelden en formuleer daarna de vraag die je wilt beantwoorden of de stelling die je gaat verdedigen. Zo’n opening kom je dikwijls tegen in langere (examen)teksten.