Opbouw en inhoud - Naam ……………………………………..
Inleiding
· Je maakt de inleiding aantrekkelijk 1 2 3 4 5
· Je introduceert het onderwerp duidelijk door een stelling 1 2 3 4 5
Middenstuk
· Je werkt argument voor 1 goed uit. 1 2 3 4 5
· Je werkt argument voor 2 goed uit. 1 2 3 4 5
· Je werkt argument voor 3 goed uit. 1 2 3 4 5
· Je werkt een tegenargument goed uit en weerlegt dit argument goed. 1 2 3 4 5
· Je behandelt per alinea niet meer dan één deelonderwerp. 1 2 3 4 5
· Je baseert de tekst op één hoofdgedachte. 1 2 3 4 5
Slot
· Je geeft een duidelijke afronding (samenvatting/conclusie). 1 2 3 4 5
· Je sluit met het slot aan bij de inleiding en het middenstuk. 1 2 3 4 5
· Je sluit af met een uitsmijter of pakt terug naar je inleiding. 1 2 3 4 5
Stijl
· Je maakt voldoende gebruik van signaalwoorden en
signaalformuleringen om de samenhang aan te geven. 1 2 3 4 5
· Je gebruikt voldoende verwijswoorden en schrijft niet te veel
in korte zinnen 1 2 3 4 5
· Je formuleert begrijpelijk/helder/duidelijk. 1 2 3 4 5
· Originaliteit (eigen voorbeelden/uitsmijter/enz.). 1 2 3 4 5
Taalverzorging en lay-out
. Interpunctie is goed en hoofdletters zijn goed gebruikt. 1 2 3 4 5
. Bijna geen fouten in de spelling van werkwoorden en andere woorden. 1 2 3 4 5
. Opmaak, lay-out en alinea-indeling zijn goed uitgevoerd, afgestemd 1 2 3 4 5
op het schrijfdoel en het publiek.
Feedback geven
. Kwantiteit en kwaliteit van je feedback 2 4 6 8 10
Totaal aantal punten te behalen 100
Cijfer: 50 punten = 5,5 (N = 1)